zoals je weet heb ik in vught mijn jeugd doorgebracht en vooral in voorburg, het grootste gekkenhuis van nederland (zo’n 1200 patiënten in die tijd). ik was tamelijk goed bevriend met de zoon van de direkteur van dat gesticht. enfin. later meer daarover. van gekken niets dan goeds, want als ik op mijn fiets kwam aanrijden om met mijn vriend prins bernhard te spelen, stond er altijd één en dezelfde figuur op mij te wachten tegenover het huis van de directeur om een praatje met mij te slaan. hij bleek goed op de hoogte te zijn van de literatuur en kende verscheidene schrijvers en dichters uit zijn hoofd, die je er dan ook regelmatig uit hoorde komen. hij vroeg mij of ik kon zien of hij schizofreen was omdat hij volgens zijn zeggen nogal op zijn voorouders leek, waarmee hij het apenras bedoelde. hij was mager, had een smal gezicht met hoekige oogkassen en diepliggende vurige ogen. op mijn vraag hoe hij wist, dat hij schizo was antwoordde hij mij:”omdat ik in twee stralen pis als ik moet”. ik zei dan:”geen gezeik, volgens mij ben jij de enige normale persoon hier in vught samen met je vriend, die verderop het verkeer staat te regelen”. hij keek mij lang en innig tevreden aan en zei dan:”tot morgen” en ik kwam elke dag langs. zijn vriend van verderop had een zwart leren jas en een helm op, die toen nog niet verplicht was. waarschijnlijk leek hij op die manier meer op een verkeersagent. hij was dan ook altijd druk gesticulerend bezig met het regelen van het verkeer. aangezien hij zich een echte moto niet kon permitteren, nam hij genoegen met een brommertje. later is hij jammerlijk overreden, zoals usance is bij mensen, die in hun rol opgaan.
2008/04/08
de schizofreen
zoals je weet heb ik in vught mijn jeugd doorgebracht en vooral in voorburg, het grootste gekkenhuis van nederland (zo’n 1200 patiënten in die tijd). ik was tamelijk goed bevriend met de zoon van de direkteur van dat gesticht. enfin. later meer daarover. van gekken niets dan goeds, want als ik op mijn fiets kwam aanrijden om met mijn vriend prins bernhard te spelen, stond er altijd één en dezelfde figuur op mij te wachten tegenover het huis van de directeur om een praatje met mij te slaan. hij bleek goed op de hoogte te zijn van de literatuur en kende verscheidene schrijvers en dichters uit zijn hoofd, die je er dan ook regelmatig uit hoorde komen. hij vroeg mij of ik kon zien of hij schizofreen was omdat hij volgens zijn zeggen nogal op zijn voorouders leek, waarmee hij het apenras bedoelde. hij was mager, had een smal gezicht met hoekige oogkassen en diepliggende vurige ogen. op mijn vraag hoe hij wist, dat hij schizo was antwoordde hij mij:”omdat ik in twee stralen pis als ik moet”. ik zei dan:”geen gezeik, volgens mij ben jij de enige normale persoon hier in vught samen met je vriend, die verderop het verkeer staat te regelen”. hij keek mij lang en innig tevreden aan en zei dan:”tot morgen” en ik kwam elke dag langs. zijn vriend van verderop had een zwart leren jas en een helm op, die toen nog niet verplicht was. waarschijnlijk leek hij op die manier meer op een verkeersagent. hij was dan ook altijd druk gesticulerend bezig met het regelen van het verkeer. aangezien hij zich een echte moto niet kon permitteren, nam hij genoegen met een brommertje. later is hij jammerlijk overreden, zoals usance is bij mensen, die in hun rol opgaan.
Labels:
penseekes