2008/03/03

de prinses op de kwakvorst

















in de tijd, dat ik nog dromen kon, droomde ik eens van een prinses, waarvoor ik een boontje had, en zie, de erwt, waarop deze prinses sliep, viel van het veren matras (niet een matras met veren van staal, maar van eiderdons) op de vruchtbare grond, de oergrond, die vrucht baart, een voedzame fertiele bodem voor nazaten, want het hemelbed, waarop zij droomde stond natuurlijk midden in de natuur en omdat het een droom van een lieve prinses was, begon de erwt wortel te schieten. ja, zij was wel in heel goede teelaarde gevallen, niet dat er meteen al de zogenaamde prinsessenboontjes uit ontstonden, immers daar was toch nog een kruisbestuiving voor nodig, neen, omdat het een droom was begon het erwtenplantje te groeien naar het licht erboven.

zo bloeide en groeide de erwtenplant schielings omhoog, verder en verder en reikte op korte stond aan de hemelen. onder aan de basis stond een betoverde vorst (immers, wie anders is voor een prinses de geschikte persoon?) luidkeels te roepen naar zijn beeldschone prinses. de volksmond spreekt ook wel van kwaakvors, maar omdat hij ook iets van zijn emoties kwijt wilde geraken, noem ik hem een kwakvorst. neem mij mee, neem mij mee in het hemelbed o lieve prinses, opdat ik u kan ophemelen. hij begon zijn lange klim op de erwtenplant naar boven. niet, dat er klimop groeide, maar wel trossen vlinderbloemen, die welig tierde, evenals de kwaakvors, die uitzinnig was van vreugde en die met zijn prinses de plomp in wilde zakken.

de prinses was aangedaan omdat het geluid aangenaam was te horen en haar ook een beetje nieuwsgierig maakte, immers wie kent niet het sprookje van de betoverde kwakvors. zij boog zich voorover naar de bloemen met vlinders, waarbij haar behoorlijke en bekoorlijke borsten zich uitstalden als rijp fruit en tilde de kwakvors met een lieflijk gebaar het hemelbed in, maar niet voordat zij hem voorzichtig een zachte kus had gegeven op zijn koude neus omdat hij bleef roepen neem mij mee, neem mij mee, neem mij. en zie, plotsklaps veranderde de kwakvors in een schone prinselijke jongeling. innig kuste hij zijn zo geliefde prinses en bezorgde haar vlindertjes en gaf haar het kwakje, dat hij beloofd had. dus leefde hij lang en gelukkig verder als vorst.