2007/04/01
pauvre maritza
in onderdelen kom je tot mij
verspreid en weggelopen
tussen de kiezels
heb je bij mij
een onuitwisbare indruk na gelaten
de vezels van wat je droeg
toonden dat jij het was
o, had jij je omhulsel
maar afgelegd
en naakt naar buiten getreden
dan had ik je herkend
en aangesproken
je organisme zou nog samenhang
vertonen
en resoneren met mijn diepste
zijn
ik had met jou
een stuk meegelopen
want onder mijn omhulsel
voelde ik
iets van jouw pijn
ik had je weggetrokken
van die trein
die was voor ons niet meer
te halen
een ezel paste beter
bij ons bestaan
die was nog aan te houden
en ik
had je erop gezet
zo waren wij
een stukje voortgegaan
stil wiegend
en sprekend
werd je voortbewogen
en langzaam kon je
je losmaken
van het beeld
om
te willen horen
bij die flitsende trein
en eens zou jij
weer op eigen voeten
willen staan
en naast de ezel
kunnen lopen
we zouden bij de spoorboom
blijven staan
en de stroom laten gaan
en na de overgang
zou ik je voor willen gaan
om je de cadans
van hard lopen
te laten ondergaan
maar in je eigen tempo
zodat je zelf voelen zou
wanner je rustig aan
moet gaan
nu ben ik het spoor bijster
verdriet en boosheid
schuld en onmacht
scherpen zich bij mij aan
wat heeft je bewogen
om niet meer te bewegen
arme razende maritza
waarom viel jij voor
die trein
en verpletterde je
je nabestaanden
met zoveel pijn
waarom kunnen we
pas dan
als het niet meer
mogelijk is
dichter bij je zijn
gedicht als troost mij toegezonden door mijn lieve vriendin graatje naar aanleiding van het overlijden van mijn jongste zus maritza.
Labels:
requiems