ja leven is vooruit zien. daar was je dan met zó veel woorden en misbaar, dat je je een liesbreuk schreewde, daar ging je dan heen zonder er veel woorden aan vuil te maken. een oud geworden brombeer, maar één met een met honinggraat. medisch geëngageerd, anti-autoritair in den dop, pseudo-filosoof, artistiek begaafd, toonkunstenaar, eerder dichter dan woordkunstenaar, humorist en politiek commentator.
je patiènten zullen je blijven herinneren als een begaan man, die tijd voor hen maakte in een tijd, die te kort kwam door zogenaamde innovaties, die eerder de administratie dan de patiënten ten goede kwam. in de loop van de tijd ben jij dezelfde gebleven ondanks de snel veranderende medische maatschappij, die mensen zoals jij konden missen als kiespijn. de verpleging moet ik echter bedanken voor de fijne samenwerking.
altijd in de weer, dag en nacht van dienst voor je familie, eeuwig trouw, waarvan de collega’s maar al te graag misbruik van maakten voor eigen winstbejag. zelfs toen je als cardioloog geveld werd door een totaal hartblok presteerde je het om nog door te werken. je liep voort op een pacemaker, geen werkdag heb je verzuimd door ziekte. altijd was je bereid om in te vallen, totdat je zelf viel.
voor de familie was het niet altijd even gemakkelijk om met je te leven, maar omdat je zo vaak weg was, is het je vergeven. je kwam altijd op voor je eigen mening en liet je door anderen niet van de wijs brengen. je was wars van de kleinburgelijke mentaliteit, die je vaak omringde uit zogenaamde belangstelling, die jij eerder als ongewenste bemoeizucht betitelde. ja je was geen gewone, eerder buitengewoon gemeen.
nu ik rust moet ik allen bedanken, die tot mijn rust hebben bijgedragen. mijn bizondere dank gaat uit naar joris en annie, mijn ouders, die mij op klassieke wijze gemaakt hebben tot wat ik was, mijn vrouw germaine, die nog vaak aan mij zal terug denken en mijn kinderen giselle, bastiaen, roderick en charlotte, die mijn genen en inzichten dragen. ook mijn broers joris, rafaël en leo delen met mij het miserere nobis.