ik werk in het bejaardenhuis zeldenrust gelegen in een provinciaal hoofdstadje. waarom bejaardentehuizen altijd namen als herfstvreugde en heiderust moeten hebben is mij niet duidelijk. ook zonnestraal en lentelust doen het goed. ik zou meer opteren voor namen als hijdierust en donderstraaltje. er loopt daar een stagiair bejaardenhelpster rond, die ik biesletje zal noemen vanwege de anonimiteit. ik schat die schat op éénmetertweeentachtig. zij is superslank gebouwd en beschikt over een tweetal benen om u tegen te zeggen. haar haar is opgebonden vanachter in een wrong en zij vraagt erom om bij tijd en wijle bekeken te worden. hiertoe maakt zij het schaarsgekleurde elastiekje los van die wrong, laat haar haren even golven door met haar hoofd heen en weer te schudden en kijkt dan schuin omhoog door een elegante minbril (een bril om van te houden) om te zien of niemand kijkt, elegant zei ik, omdat de vrij smalle rechthoekige bril van boven met briljant paars is bezet. haar ogen zijn meer blauw dan grijs met grote irissen en kleinere pupillen. als zij lacht laat zij een indrukwekkende rij vol gave tanden zien, waartussen een stukje chewing gum, waarop zij bedachtzaam kauwt. soms zit zij wat dichter voor het computerscherm om beter te zien als zij blind tikt. zij laat dan haar kin rusten op haar linker hand, die zij steunt op de desk. het geheel maakt best wel een coole indruk. en omdat zij als stagiair niet teveel verdient, is zij gekleed in een truitje, dat bekrompen lijkt van het wassen, dus te kort maar met het voordeel, dat hierdoor haar schone navel zichtbaar is met een moedervlekje rechts van het centrum en een iets grotere links vooronder juist boven het donkerblauwe en wat smallere heupslipje, dat haar spijkerbroek markeert. vaker zit zij in halve kleermakerszit op de stoel en bij wijze van uitzondering op het bureel in een halve spagaat, die even laat zien waar het om gaat. soms schudt zij met haar ene been en ik denk niet alleen om haar bloedsomloop te stimuleren. ik ben geboeid en zij geschoeid in schoenen van maat drieënveertig met toelopende punten en hoge hakken die kenmerkend klikken dat zij eraan komt. ik vind dit zowel praktisch als prettig. u begrijpt dat ook ik niet zelden rust.
2007/05/11
de bejaardenhelpster
ik werk in het bejaardenhuis zeldenrust gelegen in een provinciaal hoofdstadje. waarom bejaardentehuizen altijd namen als herfstvreugde en heiderust moeten hebben is mij niet duidelijk. ook zonnestraal en lentelust doen het goed. ik zou meer opteren voor namen als hijdierust en donderstraaltje. er loopt daar een stagiair bejaardenhelpster rond, die ik biesletje zal noemen vanwege de anonimiteit. ik schat die schat op éénmetertweeentachtig. zij is superslank gebouwd en beschikt over een tweetal benen om u tegen te zeggen. haar haar is opgebonden vanachter in een wrong en zij vraagt erom om bij tijd en wijle bekeken te worden. hiertoe maakt zij het schaarsgekleurde elastiekje los van die wrong, laat haar haren even golven door met haar hoofd heen en weer te schudden en kijkt dan schuin omhoog door een elegante minbril (een bril om van te houden) om te zien of niemand kijkt, elegant zei ik, omdat de vrij smalle rechthoekige bril van boven met briljant paars is bezet. haar ogen zijn meer blauw dan grijs met grote irissen en kleinere pupillen. als zij lacht laat zij een indrukwekkende rij vol gave tanden zien, waartussen een stukje chewing gum, waarop zij bedachtzaam kauwt. soms zit zij wat dichter voor het computerscherm om beter te zien als zij blind tikt. zij laat dan haar kin rusten op haar linker hand, die zij steunt op de desk. het geheel maakt best wel een coole indruk. en omdat zij als stagiair niet teveel verdient, is zij gekleed in een truitje, dat bekrompen lijkt van het wassen, dus te kort maar met het voordeel, dat hierdoor haar schone navel zichtbaar is met een moedervlekje rechts van het centrum en een iets grotere links vooronder juist boven het donkerblauwe en wat smallere heupslipje, dat haar spijkerbroek markeert. vaker zit zij in halve kleermakerszit op de stoel en bij wijze van uitzondering op het bureel in een halve spagaat, die even laat zien waar het om gaat. soms schudt zij met haar ene been en ik denk niet alleen om haar bloedsomloop te stimuleren. ik ben geboeid en zij geschoeid in schoenen van maat drieënveertig met toelopende punten en hoge hakken die kenmerkend klikken dat zij eraan komt. ik vind dit zowel praktisch als prettig. u begrijpt dat ook ik niet zelden rust.
Labels:
spoed