in ons hasseltse gezondheidsfabriekje werkt een knappe gast van een jaar of vijf en dertig. hij ziet er gelikt uit met zijn briljantine kopspijkers. hij ziet messcherp als arendsoog sedert zijn blauwe ogen zijn gelaserd en na meerdere bezoeken aan de plastische orthodentist lacht hij regelmatig met parelwitte tanden met een smile van een vedette gelijk witte veder. hij is een beetje zot, ook van zijn werk.
als kind droomde hij al om bij zijn vader - de locale brandweer-commandant - zijn krijgshaftige carrière te kunnen afsluiten. maar omdat hij geteisterd werd door een hevige migraineaanval ten tijde van zijn preuve(nement), moest hij helaas verstek laten gaan als spuitgast (althans bij de brandweer, maar niet bij zijn klara, waarnaar hij dagelijks luistert).
sedertdien kan men hem 's-nachts vinden achter de pc, waar hij zijn grote hersenen traint in tactiek, behendigheid en snelheid met spelsoorten van allerlei allooi zoals naj dhat jong, halfdam, buizen en happers. soms laat hij een ballonnetje op of schiet hij met knikkers om punten te verzamelen. dit alles om goed beslagen ten ijs te komen op het eerst volgende toelatingsexamen. hij wil niet opnieuw door zakken.
inmiddels is het zo ver gekomen, dat hij in zijn nare dromen wordt achterna gezeten dan eens door ene mario (bros) in een eindeloos buizenspel, dan weer door packman, die per continuam gaat om gaten uit zijn gat te happen. maar zijn ergste nachtmerrie is toch het zogeheten superviserend middenkader, dat niets anders te doen heeft dan te bedenken, hoe hard anderen moeten werken om hun centen af te dragen. in goede handen noemen ze zoiets.