intermezzo bij de farmaceutische industrie
in die tijd had ik verkering met mariƫtte van den bergh, een huishoudkundige van beroep, die eerst in maria roepaan en later aan de universiteit van nijmegen werkte. zij woonde aanvankelijk in den bosch en dat is redelijk ver weg voor een student uit utrecht en haar vader was hoofdambtenaar bij de gemeente den bosch, hetgeen mij later van pas kwam. na mijn vierde jaar bio werd zij zwanger (hoe is het in godsnaam mogelijk) en koos ik ervoor om in de farmaceutische industrie te gaan werken als wetenschappelijk medewerker, eerst bij organon en later bij de firma janssen farmaceutica in beerse. er moest toch brood op de plank komen. mijn oudste dochter giselle werd geboren. zij studeerde aan de hoge hotelschool maastricht en later bestuurskunde aan de universiteit van amsterdam. zij heeft mij een kleindochter geschonken, die lisan heet.
in den bosch hadden wij een redelijk grote flat in de admiraliteitslaan en ik meen op 206. vandaar uit volgde ik een interne opleiding van drie maanden bij organon, waarna ik als wetenschappelijk medewerker (eufemisme voor artsenbezoeker) te werk werd gesteld in de regio noord-brabant en zeeland. ondanks, dat het een degelijk hollands bedrijf was en tot de groep zwanenberg van de slachtorganen en de worsten behoorde, was het salaris niet om over naar huis te schrijven, zodat ik rond liep in witte hemden met versleten mouwen en schoenen met gaten. het werd een weinig gecompenseerd door een opel kadett, de km- en de dagvergoeding. mijn maandelijks startloon bedroeg 580 hfl (240 €) + onkosten.
na twee jaar stapte ik over naar de firma janssen uit beerse en daar verdiende ik een kostelijk salaris, dat op de bank van van landschot werd gestort, u weet wel, die bank, waarbij de directeur je verwelkomt door uit de omlijsting van het schilderij te stappen (alleen bij belangrijke klanten). ik ging wel met enige spijt weg bij organon, omdat ik het eigenlijk daar goed naar mijn zin had en ze zeiden dat ze het jammer vonden omdat ik net in aanmerking zou gekomen zijn voor titel van de beste artsenbezoeker van het jaar en dat dat ook een bepaalde som geld met zich meebracht naast een lichte verhoging van mijn salaris, maar het gehele aanbod kon toch bij lange na niet concurreren met de wedde van janssen farmaceutica uit beerse. de opleiding daar was meer amerikaans gericht en voor die tijd modern (oa met videocamera). ik herinner mij dat vele collega’s tijdens de trainingsdagen aan de reasec waren (nerveuze diarree).
inmiddels had ik bijna geheel nederland afgereisd, voor organon noord-brabant en zeeland, later ook amsterdam en noord-holland. voor janssen farmaceutica groningen, friesland en drente. inmiddels had ik wel door, dat ik niet veel minder wist dan de meeste artsen, die ik bezocht en dat ik meer capaciteiten had, dan het vak van artsenbezoeker. ik voegde de daad bij het woord, schreef een gemotiveerde brief naar de minister van onderwijs en kreeg een renteloze lening om medicijnen te gaan studeren in nijmegen. hetgeen ik dan ook deed.
in die tijd had ik verkering met mariƫtte van den bergh, een huishoudkundige van beroep, die eerst in maria roepaan en later aan de universiteit van nijmegen werkte. zij woonde aanvankelijk in den bosch en dat is redelijk ver weg voor een student uit utrecht en haar vader was hoofdambtenaar bij de gemeente den bosch, hetgeen mij later van pas kwam. na mijn vierde jaar bio werd zij zwanger (hoe is het in godsnaam mogelijk) en koos ik ervoor om in de farmaceutische industrie te gaan werken als wetenschappelijk medewerker, eerst bij organon en later bij de firma janssen farmaceutica in beerse. er moest toch brood op de plank komen. mijn oudste dochter giselle werd geboren. zij studeerde aan de hoge hotelschool maastricht en later bestuurskunde aan de universiteit van amsterdam. zij heeft mij een kleindochter geschonken, die lisan heet.
in den bosch hadden wij een redelijk grote flat in de admiraliteitslaan en ik meen op 206. vandaar uit volgde ik een interne opleiding van drie maanden bij organon, waarna ik als wetenschappelijk medewerker (eufemisme voor artsenbezoeker) te werk werd gesteld in de regio noord-brabant en zeeland. ondanks, dat het een degelijk hollands bedrijf was en tot de groep zwanenberg van de slachtorganen en de worsten behoorde, was het salaris niet om over naar huis te schrijven, zodat ik rond liep in witte hemden met versleten mouwen en schoenen met gaten. het werd een weinig gecompenseerd door een opel kadett, de km- en de dagvergoeding. mijn maandelijks startloon bedroeg 580 hfl (240 €) + onkosten.
na twee jaar stapte ik over naar de firma janssen uit beerse en daar verdiende ik een kostelijk salaris, dat op de bank van van landschot werd gestort, u weet wel, die bank, waarbij de directeur je verwelkomt door uit de omlijsting van het schilderij te stappen (alleen bij belangrijke klanten). ik ging wel met enige spijt weg bij organon, omdat ik het eigenlijk daar goed naar mijn zin had en ze zeiden dat ze het jammer vonden omdat ik net in aanmerking zou gekomen zijn voor titel van de beste artsenbezoeker van het jaar en dat dat ook een bepaalde som geld met zich meebracht naast een lichte verhoging van mijn salaris, maar het gehele aanbod kon toch bij lange na niet concurreren met de wedde van janssen farmaceutica uit beerse. de opleiding daar was meer amerikaans gericht en voor die tijd modern (oa met videocamera). ik herinner mij dat vele collega’s tijdens de trainingsdagen aan de reasec waren (nerveuze diarree).
inmiddels had ik bijna geheel nederland afgereisd, voor organon noord-brabant en zeeland, later ook amsterdam en noord-holland. voor janssen farmaceutica groningen, friesland en drente. inmiddels had ik wel door, dat ik niet veel minder wist dan de meeste artsen, die ik bezocht en dat ik meer capaciteiten had, dan het vak van artsenbezoeker. ik voegde de daad bij het woord, schreef een gemotiveerde brief naar de minister van onderwijs en kreeg een renteloze lening om medicijnen te gaan studeren in nijmegen. hetgeen ik dan ook deed.