2007/05/01

onze wonderspecialist


bij ons in de speciaalzaak werkt een pleeghulp, kort van lengte en goed van gewicht, een open gezicht met manen op zijn kop. wij noemen hem bard omdat hij vaak zingt. hij weet alles van wonden en daarmee bedoel ik, dat zelfs de specialisten hem in moeilijke gevallen raadplegen tegen een minne vergoeding van een glimlach (u weet hoe specialisten zijn). de classificatie van wonden heeft hij bijna zelf uitgevonden en hij brandt altijd van verlangen om zijn kennis toe te passen op iedereen, die ook maar het minste huiddefectje vertoont. maar het liefst ziet hij toch gecompliceerde wonden, groot van oppervlak en diepte én geïnfecteerd als hij ze inspecteert. daar kan hij als het ware van snoepen. hij deelt de wonden in naar afscheidend vermogen: droog-nattend-soppend en rijkdom aan kiemen: schoon beslagen of etterbuilen en na grondige analyse bedekt hij de wonden eerst met zijn kennis en vervolgens met een speciale wonderzalf, waarbij honing en een aftreksel van weegbree, st. janskruid en smeerwortel de hoofdbestanddelen uitmaken. weliswaar is het nog niet zo ver, dat hij zijn eigen maden produceert, maar hij windt er geen doekjes om dat hij de wonden agressief te lijf wil gaan. hyperbare zuurstof houdt hij in zijn achterhoofd en als heelblaadjes gebruikt hij hydro-colloïden of alginaten zonodig. hij heeft een boek over ehbb geschreven (eerste hulp bij brandwonden) en over doorligwonden of oncologische wonden kun je hem doorzagen. de enige wonden, die hij nog niet ziet zitten zijn de zgn heilige wonden, maar dat is slechts een kwestie van tijd.