2009/03/08

de cirkel van het denken


denk aan de tien geboden.

1. je kunt niet goed denken van aanleg. kan voorkomen en meestal kun je daar niet echt veel aan doen. troost je, opvallen doe je niet echt. daarom hoef je niet minder gelukkig te zijn en verdien je niet minder. bedank je vader en moeder.

2. je kunt nog niet goed denken, omdat je je denkkracht nog moet ontwikkelen. de aanleg moet wel aanwezig zijn. heerlijk om nog zo argeloos te zijn. deze tijd hebben wij helaas gehad.

3. je bent te moe om te denken, denken kost te veel energie, die opgebracht moet worden. ga lekker eens naar bed, desnoods om te slapen. werk hard aan je herstel door uit te rusten.

4. anderen verhinderen jou om rustig na te denken. doe die ander wat aan, laat denken niet obsessief worden. een open gesprek met die ander doet vaak wonderen. maak bespreekbaar wat je eigenlijk wilt.

5. omstandigheden beletten jou te denken, je denkt erom heen, in kringetjes als het ware. creëer de voorwaarde om de omstandigheden te veranderen en vergeet niet zo nodig de knop in jezelf om te draaien.

6. je bent overspannen, je denk te veel. er is geen synthese meer, die het denken bekroont. ontspan je zelf door naar de natuur en muziek te luisteren. speel wat op de synthethiser.

7. je geest is verward en chaotisch. kan de beste overkomen. hopelijk is dit tijdelijk. de dokter kan je misschien helpen. een psychose is vervelend. de medicijnen niet alles. een goede vriend of vriendin vaak beter.

8. je bent zo depressief, dat je geest niet meer wilt denken. dit is moeilijk en soms levensbedreigend. hier is deskundige hulp aangewezen , hetgeen niet wil zeggen, dat dat zal helpen.

9. een of andere slopende ziekte doorkruist het denken. de ernst kan variëren en is afhankelijk van de oorzaak. soms moet je je voorbereiden op niet meer denken. een conditio sine qua non.

10. je bent er niet (meer) en derhalve is denken - equivalent van zijn - niet logisch. anderen kunnen je nog wel herinneren en door over je te denken stippen ze de realiteit aan van het zijn en het niet zijn door afwezigheid.

de nuloptie is, dat je er nog niet bent, je moet nog gebaard worden. het nog ongeboren denken, de tabula rasa. hiermee is de cirkel gesloten.

2009/03/07

droefenis


ik ben bedroefd. telkens als ik een nieuw stukje schrijf over eender welk onderwerp en ik belees (ga te rade bij) mijn meester: dr. cornelis verhoeven in zijn dierbare woorden dan ben ik verdrietig, omdat zijn intellectuele woorden mij vermorzelen met een ongekende precisie.

ik voel mij een dilettant in denken en taal en zoek ik in mijn gedachten in het dispensatorium naar een panacée. niet dat ik dat vind, ik blijf krukkemikkig, maar omdat er zoveel in die farmacopee staat hoop ik een recept te vinden voor de leniging van mijn pijnen.

overigens is het niet alleen daarom, dat ik mij minder voel. gedachten zijn niet gedacht als er geen klankbord wordt gevonden, anders worden deze gedachten tot operawoorden, woorden, die opgebouwd lijken te zijn uit holle frasen en die alleen tot doel hebben te weerkaatsen in loze ruimtes.

woorden, die wel leven of lawaai maken maar geen deel uitmaken van het echte leven omdat er geen taal bestaat, die communiceert. waarom zijt gij zo stille en laat mijn stem verloren gaan? ik ben in de catacomben en luister naar de stemmen die voorbestemd zijn niet te bestaan.

2009/03/06

filosoof opdenleever


laatst las ik in trouw het volgende artikel van filosoof opdenleever: een nieuwe methodologie om contractuele relatiestoornissen binnen geloofsgemeenschappen te scoren met behulp van ethieke maatlats. in zijn artikel beschrijft hij de latsrelatie tussen maten als een nieuwe geloofsafhankelijke methode om tot een scoringssysteem te komen met betrekking tot interacties tussen twee maten en hun gevolgen.

vandaar dat hij spreekt over maatlats. hij vermijdt het bijvoeglijk naamwoord ethisch, dat volgens de schrijver te universeel klinkt en daarom prefereert hij het woord ethieke om de rekbare relatie met de geloofsovertuiging te benadrukken. het educatieve verleden speelt een hoofdrol in het verwoorden van het min of meer geijkte rollenpatroon, ingegeven door de geloofsovertuiging. als voorbeeld vergelijkt hij de archaïsche christelijke cultuur met de meer moderne islamitische visie.

hij komt dan tot de volgende stelling:

dat een relatie contractueel gesloten in een christelijke gemeenschap berust op maten, beter verwoord door het engelse “mating” waarbij de progenituur gesanctioneerd wordt door de gedane belofte ten overstaan van den heer. een relatiestoornis impliceert, dat het woord van den heer niet vruchtbaar is geworden door individuele stoornissen in het beleven en doorleven van gods geboden.

dat het verschil met de islamitische godsdienst hierin is gelegen dat deze niet met één maar met meerdere maten meet, dat de relatie ondergeschikt is aan het doel: de vermenigvuldiging van de geloofsovertuiging. dat derhalve één relatiestoornis minder pregnant storend zal zijn en schuldgevoelens en/of identiteitscrises minder vaak vóórkomen.

zijn maatlats bestaan uit twee soorten linialen met een sociogramfunctie gekeperd aan de zijkant van beide meetlatten. deze twee latten scharnieren tov elkaar dmv een schijf, die beide linialen ahw omvat, een soort draaivenster, waarop godsdienstige waarden en symbolen gerangschikt kunnen worden naar behoefte van de gemeten functies.

noot: een scherts, in een vloek en een zucht geschreven om mijn lieve vriendin augje lekker bezig te houden, die mij trouw allerlei filosofische huzarenstukjes uit trouw toestuurt en om mij te plagen lid is geworden van een clubje huis-, tuin- en keukenfilosofen.

2009/03/05

het kan vreemd gaan


het kan vreemd gaan met relaties. daarom het woord relatie. relateren - betrekking hebbende op -relateren - betrekking hebbende met - het blijkt slechts een relatief begrip.

gelukkig komt begrip van begrijpen eigenlijk beigreifen, er bij betrekken, iets of iemand erbij grijpen, bij je ego nodig voor het kennen van hem en jou of beter nog van mij en jou. begrip geeft waardering aan de relatie, het door en door hebben. hoe beter je iemand begrijpt, des te meer je van jezelf weggeeft.

evengoed(?) kun je ook vreemd gaan in relaties, dan geef je iets van jezelf weg, wat niet goed wordt begrepen. dan moet je gaan relativeren om het begrijpelijk te maken en dat kan niet goed zijn (maar wel de bedoeling).

begrijp mij door simpelweg van mij te houden. ik heb dat nodig en wie niet?

uit: filesofa, de centrale bank

2009/03/04

ik ben


ik ben de niet-zijnde
wat in mij is is altijd al
wat niet in mij is is ook
in mij is iets van niets
en dat is toch niet niks
ik ben rap veranderlijk
dat zal dra veranderen
als ik er niet meer ben
heb ik mijn doel bereikt
ik geloof in het niet zijn
in het niets dat altijd is

2009/03/03

in mijn gedachte


het is goed, dat ik persoonlijk bij je kan zijn, wanneer ik ook maar wil, in gedachten, die van mij zijn en derhalve niet gedacht kunnen worden door de ander. de gedachtegang, die ertoe leidt, dat het object daarvan onmiddelbaar met mij is verbonden, zonder dat dit er weet van heeft. het is als het ware een logisch en obligaat aanwezig zijn, een aandenken aan en er is geen denken aan dat dat geweten kan zijn door de ander omdat het persoonlijk is.

anders is het wanneer deze gedachte wordt medegedeeld op welke wijze dan ook. afhankelijk van de intentionaliteit van de gedachten wordt het object getransformeerd tot meewerkend of lijdend voorwerp of zelfs een zich onderwerpend voorwerp. beter had ik niets gezegd van wat ik dacht, omdat het zo persoonlijk is. de gedachte erachter is toch (van) het object te houden.

2009/03/02

oh my god


god + bestaat
god ± misschien
god - of niet

ik + besta
ik ± ben stervend
ik - ben dood


god + ik + god bestaat en ik niet minder
god + ik ± god bestaat en ik ben op sterven na dood
god + ik - god bestaat maar ik weet het niet meer

god ± ik + god kan bestaan dat weet ik
god ± ik ± god kan bestaan maar ik weet het niet zeker
god ± ik - god bestaat misschien, ik zal het nooit weten

god - ik + god bestaat niet maar ik lekker wel
god - ik ± god bestaat niet maar ik ben niet zeker
god - ik - god bestaat niet omdat ik niet besta

ik ben god misschien, wie weet

in tempus tempore


ja, wat is tijd. de linea grisea, die het heden scheidt van datgene dat was en dat wat ons toekomt. de denkbeeldige lijn, die in voorwaartse richting loopt over de tijdslijn van toevallige gebeurtenissen. dat, wat gisteren was, staat heden in het belang van limburg, maar niet in de times van morgen en is morgen weer vergeten en onbekend in de tijd. of datgene wat morgen komt, wordt vandaag voorzegt in het journaal en was gisteren nog niet zo van belang. in het heden van nu verzamelen zich verscheidene (o)verledenen en toekomstigen in plaats, wederwaardigheid, activiteit en persoon, en collectief in het bewustzijn van landen, volken, culturen en politiek. sommige mensen ontkennen het bestaan van verleden en toekomst. voor hen bestaat alleen het naakte heden, een soort neo-aktivisme, dat zelfs niet doelgericht is naar de toekomst. wie zegt, dat de finaliteit in de tijd niet terug loopt naar de oorsprong of de tijdslijn juist tegen de origo ingaat, of dat de tijdslijn een circulus viciosus is, waarbij de tijdslijn weliswaar vooruitloopt, maar uitkomt in de origo van dat wat al is geweest. ja wie zal het zeggen. als ik jou toch niet had (gehad). doe nog een rondje.

2009/03/01

sela magdalena


de schone vrouw, die haar liefde verkocht aan anderen, maar daarom juist door jezus werd bemind en kwijtgescholden van haar solden. hoe zalig lijkt het te liggen in de armen van een arme vrouw, die van klanten weet. opvallend in de bijbel is dat jezus meer begaan is met hen, die worstelen met zichzelf en de armen van geest, dan met de schijnheiligen en de zelfgenoegzamen, die braaf zitten op de voorste rij in de kerk en omkijken om gezien te worden. natuurlijk is het stout van mij om jou in mijn fantasie te vergelijken met maria magdalena. één troost, ik was niet van plan om te betalen (met dertig zilverlingen), alhoewel het idee de fantasie meer prikkelt dan men gemeen denkt. sela is een rustteken waar muziek inzit, ik bedoel dus, dat ik bij jou de rust zal vinden, die ik zo nodig heb. romantiek nietwaar?

trouw en hou(w)


reeds jaar en dag ben ik geabonneerd op trouw en met name op de rubriek filosofie en godsdienst. ik heb er als het ware mijn geloof aan over gehouden, ondanks dat ik mijn credit heb verloren in deze maatschappij.

dus keer ik in mijzelf terug en vraag mij af, hoe het komt, dat ik minder trouw ben, dan ik zou moeten zijn. of dat ook zo is doet minder terzake, het is meer het gevoel - of is het het zeker (ge)weten - dat ik van mijzelf heb als goed katholiek?

die krant zet toch aan tot denken. neem nou het woord trouw. natuurlijk is het zo, dat het woord trouw op zichzelf niet zo veel voor schijnt te stellen getuige het feit, dat het woord trouw bijna altijd geassocieerd wordt met: "tot in den dood" en "eeuwig".

trouw op zichzelf schijnt dus onvoldoende te zijn, nietszeggend. het is pas eerst dat het zijn betekenis krijgt na een hele tijdsspanne. trouw moet ahw nog bewezen worden en heeft dus als zodanig geen eigen identiteit en mag derhalve geen naam hebben (cv)

voorts is het woord usance bij “oprecht” en “zweren”. trouw komt niet geloofwaardig over als men er niet bij zweert en het epitheton oprecht is zeker geen ornans en denigreert de ordinaire of gemene trouw tot iets achterbaks.

als voornaamwoord, een pronomen, een woord, dat ergens voor staat en niet in het minst omdat dit woord iets plechtigs heeft, een voornaam woord dus. tevens heeft het woord trouw iets van het schier onbereikbare, het bijna onmogelijke.

als zelfstandig naamwoord, niet een woord met een naam (fameus) maar bepaald een woord, dat zelfstandig dwz op zichzelf kan bestaan. trouw als echtverbintenis, een oprechte verbindtenis in de echt of het huwelijck. schijnhuwelijken daarentegen.. etc.

anekdotisch zou men kunnen wijsgeren over het geslacht van de woorden, immers trouw kan mannelijk of vrouwelijk zijn, de echt is mannelijk en het huwelijk onzijdig. zou dit te maken kunnen hebben met houwendatlijck? (lick of lijck = dans).

merkwaardig is ook de impliciet aanwezige twijfel bij gebruik van het woord trouw. immers welke onmens kan deze opgave tot een goed eind brengen? het is iets, wat er nog niet is en wat nog bewezen moet worden.

het heeft nog geen bestaansrecht in het heden. zonder volharding heeft trouw geen enkele zin. de maatschappij probeert haar vruchten te plukken door trouw echt te verklaren. hierdoor alleen al wordt het trouwen bestraft. een extra belasting ahw.

trouw bestaat dus meer dan waarschijnlijk alleen virtueel, niet in het minst omdat het door kerk en staat gesanctioneerd wordt. het veroorzaakt onnodig menselijk lijden omdat de doelstelling ampel bereikt kan worden hier op aarde.

onhoud dus goed: hij, die trouwt doet goed, maar hij, die niet trouwt doet beter!! en dicht in gods naam geen trouw toe aan een hond. het is al erg genoeg, dat het woord gebruikt wordt door varkens, die denken mens te zijn.