2008/01/06

de scheet, die een streepje voor had


naar analogie van het grote strontboek kakafonie van gerrit komrij, speciaal geschreven voor hermanus brusselmans, die vuilak, die ook nog met zijn lid zit in de jury van het dag-blad menzo.

er zijn natuurlijke vele passende titels te bedenken. ik aarzelde tussen tussen de welhaast onmogelijke bovenstaande titel en voor de wind gaan. in alfabetische volgorde dacht ik nog aan de volgende mogenlijkheden: afscheet nemen, de achterlijke scheet, de scheet die een streepje voor had, de scheet die reet, de scheet van knalkracht acht, de verwarde scheet, een maagdelijke scheetje, een poepje laten ruiken, een scheetje uit beleefdheid, een scheetgebedje, een scheve scheets rijden, het groot schetencollege of het groot schetenkabinet, het knalfeest der kroon- scheten, het ludiek schetenalbum van jeroen bosch, lentebriesje, mijn scheet en ik, raak scheten en andere spelletjes, ranzige wind (rinzwind), volgens de regels van de scheet en voor de wind gaan.

nu had ik per toeval al eens een overpeinzing geschreven over afscheid nemen, een gedachtengang van een holbewoner, gezien het primitieve onderwerp en ik laat het u even geworden:

de duvel schijt altijd op de grootste hoop. oftewel in moderne econo-mische termen geld doet opgeld. welgesteld is welgeteld. geld heeft bij wijze van spreken iets slechts, iets onreins, immers het wordt zowel geassocieerd met de duivel als met uitwerpselen en nog wel met niet zo’n klein beetje poep. je kunt talenten begraven, hetgeen echter testament-arisch wordt afgeraden. tegen een beerput vol geld, daar zeg ik niet nee tegen, immers het lijkt alsof alles begraven is, terwijl je er wel uit kunt putten. het omhoog halen van emmers vol geld zou dan weer iets met opgeld te maken kunnen hebben?

een beerput vol stinkend stront, moet eveneens leeggemaakt worden om het land te bemesten en de gewassen te doen groeien. u weet nu waar de uitdrukking vandaan komt dat geld stinkt. gek, dat wij zo gek zijn op dat geld. de verslavende werking zal te maken hebben met het ruiken eraan, dat ons limbisch systeem in werking zet. ook spreken wij van smeergeld betalen of de smeerkraan opendraaien, hetgeen bevestigt, dat geld stinkt. de term een poepje laten ruiken heeft met macht en derhalve met geld te maken, het zich laten gelden.

bekakte heren weten geen (huis)raad met de hen toegevallen hoorn des overvloeds en diareeren desgevolg hunne lasten op de minderbedeelden, zodanig, dat zij met gemak geïdentificeerd kunnen worden als bruine apen (makakkies). de personele belasting door ontlasting. het doet mij denken aan het afbakenen van hunne territorium door het plaatsen van vlaggetjes maar tevens aan de hogere orde, die in deze euromaatschappij bestaat. het figuurlijk uitschijten of laten gaan van wat minder belangrijk lijkt te zijn. men zou ook kunnen spreken van het zich uitdrukken achteraf.

het is geweten, dat zij proberen deze overvloed zolang mogelijk vast te houden, opdat zij van viscerale gevoelens en hunne aangenaam lijflijke gevolgen zouden kunnen genieten. het met regelmaat langer vasthouden kan leiden tot een tijdelijk opgeblazen gevoel, ene vorm van obstiperen, waarvan bekend verondersteld mag worden, zelfs bij de mindere klasse, dat de ontlasting daarvan of het endelen van die darme ene grote bevre-diging kan bewerkstelligen. de uitdrukking: “zijn buik ervan vol hebben” refereert zeker aan het te lang moeten vasthouden van iets, dat als on-prettig wordt ervaren.

tot zover deze overpeinzing. maar nu moeten we het hebben over de drijvende kracht van dit alles. mijn buikpers is ongetwijfeld herman, die kan er dan ook wat van. en bij mijn weten maakt de zo luchtige gas-productie een essentiëel onderdeel daarvan uit. nu zou ik moeten op-zoeken (in het grote strontboek) hoeveel gas een mens gemiddeld produceert, ik geloof bijna een komieke meter per dag en met zijn allen zitten wij als het ware op een gasbel, waar het nederlandse slochteren niet aan kan tippen. men kan zich afvragen of met het stijgen van de huidige olieprijzen, het door ons geproduceerde gas niet opgewaardeerd moet worden.

ik heb hierbij de volgende bedenkingen: alles is relatief. u weet net zo goed als ik, dat bij elk goedlopend bedrijf, de winst weggefilterd wordt door onze overheid en zelfs als wij daar schijt aan hebben, zal het ons nog niet helpen. de vraag is dan onder welke vorm deze belasting wordt geïnd. de mogelijkheden, die zich aanbieden zijn legio en omdat ik optimist ben begin ik met vermakelijkheids belasting, een aanvullende wet op de geur-hinder of luchtvervuiling dan wel een nieuwe belasting op de geluidsover-last naar het voorbeeld van zaventem en brussel.

in die laatste zin bestaat zelfs de mogelijkheid om van overheidswege gradaties en kwalificaties te stellen, waaraan een goede scheet moet voldoen en in welke schrijnende gevallen er ontheffing verleend kan worden. ik denk aan een anus praeter naturalis, maar dat is persoonlijk. het spreekt vanzelf dat anusjes-van-alles en kontneukers in een hogere gattecorie moeten worden ingeschaald en als het aan mij ligt, mag deze nieuwe belasting de naam van verhofstadt dragen, wat vindt u bijvoor-beeld van het nieuwe verhofstadt-secreet? of het luchtwetje van van noppes? nu moet ik toegeven, dat het di-lupo-amendementje ook niet zou misstaan en nu ik erover nadenk, misschien wel de wet, die de lading het meest dekt.

het woord scheet is bedenkelijk afkomstig van schieten en schijten, een interessante combinatie. het schiet me ineens te binnen en het floept er zomaar uit. het woordenboek der nederlandse taal wijdt niet minder dan 25 kolommen aan het woord schieten, met als grootst gemene deler de haast en ongeduld, een snelle, rechtlijnige en tamelijk (haast) aggressieve beweging, van een punt, waar zij haar oorsprong vindt gericht naar een ander punt, dat als doel beschouwd kan worden. daarbij wordt in het midden gelaten of de benodigde energie in- dan wel extrinsiek is. ook wordt er geen verband gelegd tussen de snelheid en de haast en de kans dat het doel getroffen wordt. hier mist men het woord losse flodders. in een cultuur van nadrukkelijkheid, haast en moralisme wordt die snelheid eerder in verband gebracht met met een morele dan met een mecha-nische energie aldus cornelis verhoeven. quade haeste es dicken onspoed.

het zou mij niet verwonderen als het woord schijten een evenredig aantal kolommen zou bedragen in grote strontboek van gerrit komrij, maar ik heb zijn dagboek nog niet gelezen. het lijkt me een leuk idee om het neer te leggen op het toilet, en als zijn boek niet zo gebonden was, zou ik op-teren voor een losbladige uitgave in de vorm van een scheurkalender. voor de protesterende mohra-listen onder u raad ik de meer losbandige uitgave aan: het hervormsel doorgedreven. langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de interpretatie van het woord scheet onder meer bepaald wordt door cultuur, maatschappij, geloof, zeden, opvoeding, karakter en niet te vergeten de aanleg. denkt u aan de familie flodder. niet alleen de wijze waarop de scheet wordt gelaten, maar ook de intentie waarmee de scheet wordt gelost is niet onbelangrijk te noemen.

spreken wij niet eens over de ordinaire of gemene zaken als de kwantiteit, de kwaliteit, de geur en in sommige gevallen de kleur en de luchtdichtheid of het soortelijk gewicht. voor de vuurvreters onder u de knalbaarheid of explosiviteit, het percentage moeras- of methaangas en de bijmenging met waterstofsulfide, u weet wel die heerlijke rotte eiergeur. als u persé winden wil laten ongeacht het gezelschap, dan gaat u voor de wind om het zo maar te zeggen. als u uw ene been oplicht, rijdt u als het ware een scheve scheets. als u daarbij veel stof doet opwaaien, dan spreekt men van een knaller. kunt u het niet laten om een deftige edoch nadrukkelijke scheet te laten dan behoort u tot het schetencollege. u zou iemand anders kunnen vragen de deur voor u open te zetten.

er is een scheet, waaraan ik u zou willen laten snuiven en wel de harde repeterende scheet, geproduceerd al zittend op een stoel, bijna altijd ritmisch en soms muzikaal en dan bedoel ik niet in de vorm van een blazers-ensemble. op de juiste manier geproduceerd, in staccato met de geknepen billen, resulteert deze als het ware in een stoelendans, die mij doet denken aan de schilderijen-tentoonstelling van musorgski en wel tableau nr. 9 de baba-yaga of de dansende heksenkeet op poten, waar de heks aan het einde van het muziekstuk al knallend op haar bezem door de schoorsteen naar buiten vliegt. een dergelijke scheet heet in het engels een musical sheet.

de uitdrukking "mijn lief scheetje" is merkwaardig en op zijn minst dub-belzinnig te noemen. de eerste vraag betreft het bezittelijk voornaam-woord mijn. hoort dat bij lief of bij scheetje. een wereld van verschil. voorts is het verband tussen mijn lief en scheetje niet duidelijk, tenzij men mijn lief denigrerend zo benoemd. en waarom zou mijn scheetje lief zijn, er vanuitgaande dat het niet minder stinkt dan haar scheetje. ik kan maar één persoon bedenken en dat is narcissus. eerder lijkt het mij een uit-drukking, gebezigd door een persoon, die al beneveld is, hetzij van liefde of andere zaken.

nu moeten wij het hebben over de etiquette van de scheet. want als het waar is, dat wij per dag zoveel babbellucht produceren, is het niet meer dan logisch, dat er regels moeten bestaan voor het verdienen van aflaten. zoals u weet wordt de omgekeerde scheet, de boer door verschillende culturen anders geïnterpreteerd. bij arabieren is het niet laten van een boer na de maaltijd onfatsoenlijk. van de andere kant hangen wij een moslimbroeder niet op als hij zich bekeert tot het christendom, de godsdienst, die globaal gezien het meest voor de wind gaat, tot nu toe althans.

hier volgen de stelregels der etiquette volgens de regels van de grootscheet (boek der windrichtingen: "daba malsi"):

1. als het westen buigt, moet de scheet naar het oosten worden afgelaten.
2. alvorens men aflaat, prevelt men driemaal alleh, alleh, alleh.
3. men is verplicht om minstens 6x daags de holy shit af te laten.
4. op feestdagen laat men zich voorgaan door een groot-zoefti.
5. op hoogfeestdagen wordt een arm lachend schaap alleen afgeslacht door schrikbewinden.

ook het aërologisch schema of het aflaten der winden valt onder de leer der etiquetten:

1. een ranzige wind wordt voor de duidelijkheid per anum verzonden.
2. om een goede scheet af te laten, hoort het venster open te staan.
3. men kan iemand beleefd verzoeken om de deur open te zetten.
4. een goed afzuigsysteem à la brusselmans valt te overwegen.
5. een wind afstoppen (anaalstoppers of boppers) hoort alleen maar in besloten kringen plaats te vinden.

de wijze waarop de scatologie wordt bedreven: zachte, amper te ruiken en/of hoorbare scheten. deze noemen wij maagdelijke of bescheiden scheten. wanneer er van enige geuroverlast sprake is spreekt men van het eierarrest of de stinkbom. wanneer het geluid op de achtergrond staat, spreken wij van knalpot of kanonsschoten. repeterende scheten worden knallers of aflaters genoemd. wanneer het echt in de bedoeling ligt om iemand te raken noemen we dat afscheten. tot deze categorie hoort ook de scheet, die een streepje voor had. als iemand gegeneerd zich omdraait zeggen we afscheet.

ook de intentie, waarmee de scheet wordt afgelaten is belangrijk. iemand, die zich niet lekker voelt of vagaal is na het eten noemen we bleekscheet en mogelijk is hij het, die een streepje achter heeft. per expres scheten laten heeft iets te maken met raak schieten soms met opschieten. als het zomaar voor de lol is, luchtraak schieten. over het woord babbelkous moet ik nog nadenken, trouwens ook over windbroek, broekwind en terwinden.

het viscerale beleven (alles wat met de goede darmwerking heeft te maken) komt spreekwoordelijk tot uiting in een aantal synonymen van onze angsthaas en de meest pregnante ervan vind ik bangebroek, bangeschijterd, kakkebroek, labbekak, schijt(e)broek, en vooral de schijtlaars. maar dit kenmerk wordt ook aan andere dieren toegeschreven, ik denk aan schijtluis en schijtlijster. het is dan ook niet ondenkbaar, dat de angsthaas misschien wel afgeleid is van angsthose (bangebroek), waarbij hoos de betekenis heeft van kous of beenbedekking conform schijtlaars.

er zijn natuurlijk aflaters, die het moeilijk hebben, ik denk aan obstipanten en hardlijvigen. en alhoewel zij het andere mensen niet lastig maken, heeft hun voortdurende bekommernis toch iets te maken met het voor de wind gaan en het is niet onwaarschijnlijk dat zij hun gemis compenseren door meer boeren af te laten. ook is er nog een bizonder soort, dat vermeld moet worden en dat zijn de zogenaamde luchtvreters of luchthappers (aërophagen) een onschuldige maar lastige aandoening. meestal wordt de lucht geretourneerd, maar af en toe kijken ze met hun hoofd de andere kant op om wat lucht af te laten uit hun ballonbuiken. zij vallen duidelijk onder de losse flodders. je hoeft er niet persé medelijden mee te hebben, je kunt er ook gewoon schijt aan hebben, maar in dat geval valt het onder verdedigings-mechanismen (verplaatsing).

nu dan over de scheet, die een streepje voor had. u begrijpt het al een delicaat en een niet zo voor de hand liggend probleem. want zeg nu zelf, het zal u niet zomaar lukken als u dit wilt uitproberen. u kunt een scheve scheets rijden, maar dan nog zal het u niet lukken om vóór een streepje te trekken, zelfs niet als u uw billen samenknijpt. en omdat het een lemma is, waarvan de bewijsvoering volgt of een dilemma, omdat het windgat meestal achter ligt en het streepje vóór, moet het haast wel humoristisch of figuurlijk bedoeld zijn. het kan natuurlijk wel zo zijn, dat iemand per vergissing zijn onderbroek verkeerdelijk heeft aangetrokken en dat maakt volgens bartjes een streepje vóór (lemma).

de volgende vraag is dan, wie de trofee van de scheet, die een streepje voor had, verdient. guy verhofdtadt (u weet wel van die groep, die ineens zoveel bekendheid kreeg) komt volgens mij niet in aanmerking. niet, dat hij zijn best niet heeft gedaan, ik reken hem tot de orde van de groot-blazers, dat wil zeggen, iemand die van elke scheet een donderslag maakt, iemand die er als een scheet bij is om bellen te blazen en bovendien ook nog een bangescheet is (ps). ik zou hem eerder als een lastige wegescheet willen betitelen. zeg nou zelf, hij is toch geen partij voor onze grote maffiabaas di lupo?

vice-president en minister van buitenlandse zaken louis michel van de mr? tijdens de regering verhofstadt 1 viel hij op door zijn verbale aanvallen op buitenlandse regeringsleiders zoals haider, bossi, berlusconi en tony blair, die hij een oorlogszuchtige praatsjesmaker noemt. hij maakte zich tot de meest gehate politicus van europa. later verlegde hij zijn agressie vooral naar vlaamse journalisten, de standaard, de vrt en de vbo. de man heeft een spreekverbod gekregen van hogerhand en is op just op tijd weggepromoveerd door de regering verhofstadt, die in den beginne zo aktief is begonnen met het bestrijden van het nepotisme van de cd&v. zo'n hypocriet komt zeker niet in aanmerking.

karel de gucht misschien? geen slechte gedachte. deze kroonprins werd immers herhaaldelijk tot de orde geroepen zowel door dictator verhofstadt als kabila van de democratische republiek kongo, de minister van buitenlandse zaken voor wie het buitengewoon gewoon is om buitenlandse collega's te kleineren, zoals de nederlandse premier balkenende, maar niet het fatsoen heeft om zelf op te stappen. inderdaad niet slecht. helaas heeft hij iets meer dan een streepje vóór en ik reken hem meer tot de makkakies, dan de kongolezen zelf.

onze minister van landsverdediging andré flahaut. zelden heb ik zo'n incompetente onbenul gezien. ik denk aan neder-over-heembeek affaire, de keuze van de vliegtuigen in het kader van de europese samenwerking en de kleine kannonnetjes op de grote europese pantsers. hieraan alleen al kunt u zien hoe bang verhofstadt voor de ps is. maar flahaut is met zijn 99 iq gemiddeld zo gemiddeld dom, dat hij niet in aanmerking komt voor deze eretitel, wel kaapt hij de titel van flapdrol weg.

mijn voorkeur gaat uit naar naar de grote neef van berlusconi en zijn maffia, de gevlinderde gentleman di lupo. het door mij voorgestelde di-lupo-amendementje kan mij vooral bekoren vanwege het feit, dat di lupo zelf ook zijn persoonlijk pareltje (steentje) zal bijdragen (u moet vooral niet vergeten dat hij weliswaar is vrijgesproken van pedofilie, maar nog niet van necrofilie met de vlaamse lijken). het enige jammerlijke van hem is, dat hij zó van de koning bibber is gaan houden, maar van de prins geen kwaad weet. heet dat niet gordon-bleu of was het cordon-sanitaire?

op de keeper beschouwd komt eigenlijk niemand in aanmerking voor deze eretitel, zij het dat wij herman brusselmans (een scheet van een vent) voordragen, iemand, die zijn mannetje staat want zeg nou zelf, niet iedereen schiet zijn vriendin op het schijthuis door de kop, terwijl zij hem lekker zit te pijpen. hiermee benadrukt hij de vluchtigheid van het leven, dat als een scheet voorbij gaat en tevens ook de onbelangrijkheid van sex, een scheet in een netje.

een andere vrijwel imaginaire mogelijkheid is dat de inzender van dit stuk in aanmerking komt voor de titel. maar wat weten wij van hem? niet veel anders dan dat het een praktische kerel is, dat wil zeggen, dat hij gewoon scheten laat omdat het moet. hij doet dat allerminst voor zijn plezier, hij wilt de natuur en het fatum niet tegenwerken. dat hij humoristisch zou zijn aangelegd, daar schieten wij natuurlijk niets mee op. ook schrijft hij niet onder een pseudonym zoals bijvoorbeeld piet paaltjes of manus bruinscheet. en als nederbelg is hij ook weer niet zó uitzonderlijk, dat hij een streepje voor heeft. een polylemma dus.

nu schiet me ineens iets te binnen. is het mogelijk om een brainscheet te laten naar analogie van de bruinscheet? gezegd dient eerst te worden dat bruinscheet niet racistisch bedoeld is evenmin als makkakkies. een bruin-scheet is er een, die een streepje stront achterlaat. een mak kakkie doen is op zijn gemak rustig een kakje met bijbehoren produceren. zijn stront- eigenwijze schrijvers, die vuilpraat produceren als gedachtengang brain- scheten of makkakies? wie zal het zeggen? ik heb nog nooit een filosoof horen zeggen: "ik ben, dus ik schijt" of "een scheet is dwingend".

ach, aan schrijven is geen reet aan, maar het eindoordeel zal ik maar aan u overlaten. u kunt uw voorkeur laten blijken via e-mail (e-mail adres: bijmenzo@menzo.be). ook kunt u sms-sen naar het nummer 0900-70-01-69 (het nummer van de voorzitter herman brusselsmans). 1 = ja en 2 = nee. inzendingen na 15 juni dingen niet meer mee naar de hoofdprijs. deze bestaat uit een tweetal vrij kaartjes voor het rijksmuseum, gelegen op de rommelarei in gent met thema "antieke winden tot 1900" en een abonnement voor een maand op menzo.

2008/01/05

mijn hondse leven

ik ben dus rakker en ik mag wel zeggen, dat ik het getroffen heb met mijn nieuwe thuis. zeker als u weet, dat ik in de afgelopen tijd niet zo heel braaf ben geweest. u zult mij beter kunnen begrijpen als ik u vertel, dat ik vroeger, voordat ik door deze familie liefdevol in het gezin werd opgenomen, veel slaag heb gekregen van mijn oude baas met een houten stok met als gevolg dat ik in elke stoelepoot bijt, waarvan ik ook maar denk, dat deze mij op de kop kan geven.

inmiddels heeft dit menig tandje gekost - ja, ik ben nogal vasthoudend - en heb ik zowat het hele potenarsenaal gehad, zo’n 48 stuks denk ik. verder heb ik nog en passant een volledige deur afgekloven en hier en daar nog een tafelpootje. u begrijpt dat mijn gebit aan revisie toe is. behalve een reeks loszittende elementen is het vervelende, dat ik niet meer over een frisse adem beschik en dan druk ik mij nog eufemistisch uit.

mijn bazin eet uit mijn hand, laat mij op geregelde tijden uit en staat mij soms toe een extra rondje te maken, als u begrijpt, wat ik bedoel. als ik dan daarna likkebaardend terug kom zegt ze dat ik een stoute hond ben en geeft me dan een knipoogje, waarvan ik de betekenis niet goed begrijp. ik denk wel: “wat een bij de handje” is die bazin van mij. het enige wat ik vervelend vind is dat je bij dat vreemd gaan allerlei beestjes kunt overhouden.

s’avonds rond een uur of zeven mag ik met mijn bazin naar haar zolderkamer. die ziet zij min of meer als haar privé domein en als ik het eerlijk mag zeggen, ik ook. normaal gesproken mag ik niet op de nieuwe bank liggen en ik begin dan ook heel tactisch met het liggen op de grond op een plaid aan haar voeteneinde. maar zo gauw als ik in de gaten krijg dat mijn bazin naar hogere sferen is vertrokken - ik hoor haar snurken - klim ik stiekem op de bank.

nu wil het wel eens, dat de grote baas naar boven komt en mij liggend op de zitbank betrapt - ik weet, dat ik daar niet mag liggen - en omdat ik het niet prettig vind om bestraft te worden, ga ik nogal agressief tegen mijn baasje te keer. bovendien denk ik ook dat mijn baas zelf een beetje jaloers is, dat ik en niet hij zo lekker naast mijn bazinnetje ligt. maar ja, ik zou geen goede hond zijn als ik mijn baas niet de ruimte gaf.

het schijnt, naar ik heb gehoord, dat mijn baas een nieuwe mand voor mij heeft gekocht, zodat ik weet waar mijn plaats is op zolder. daar kan ik niets op tegen hebben. het enige wat ik nog zou willen is dat ik door mijn bazin in een lekker bad zou worden gestopt, zodat ik van die rot vlooien af kan komen. daarna een knip- of scheerbeurtje bij de kapper lijkt mij helemaal het einde. dan zou ik uit eigen beweging in die nieuwe mand gaan liggen, zodat mijn baas….

2008/01/04

mijn lieve bazin

ik weet nog goed, dat ik op kerst- avond zo’n vijftien jaar geleden door een dom blondje, dat naar ik mij wel herinner naar de naam beestiaens luisterde, op hardhandige wijze uit haar flatje in de brugstraat werd gezet en in de lift gepoot. normaal gesproken markeer ik de plaats van interesse met een vlag, maar bij deze ka zou ik liever een losse flodder geproduceerd hebben om uitdrukking te geven aan mijn onbestemd gevoel van afgrijzen.

niet wetende wel een geluk mij te wachten stond, liep ik op begane grond de lift uit en mijn reukorgaan ving enkele flarden op van jonge kinderen en de geur van een verrukkelijke vrouw die ik nu niet nader zal omschrijven. ik blafte dus enkele malen met een zielig bijgeluidje aan die deur en zie deze plotseling open gaan. in de deuropening stonden een aantal jonge gasten met daarachter die aromatische vrouw met vriendelijke lach.

ik dacht: “hebbes” en keek zo zielig mogelijk met mijn hoofd iets naar beneden zodat mijn guitige bruine ogen meer effect zouden sorteren bij het naar omhoog kijken. en inderdaad, ik werd vriendelijk uitgenodigd om binnen te komen. ik wreef met mijn snuit enige malen zachtjes doch stevig omhoog langs het welriekende bovenbeen van mijn toekomstige bazin, daarbij haar schalks aankijkend van opzij. zij viel meteen voor mij en noemde me ouwe rakker.

de grote baas, een strenge doch rechtvaardige heer, gaf voorlopig zijn fiat en zei dat ik in ieder geval de feestdagen kon blijven en dat hij dan wel verder zou zien. naar het asiel brengen kon altijd nog. intussen hield ik mij natuurlijk gedeisd omdat ik liever bij die vrolijke familie - die niet von trapp heette - wilde blijven dan terug gebracht te worden naar het asiel. dus in het begin beet ik nog niet in houten stoelpoten en zo, dat kunt u begrijpen.

nou zo’n leuke kerst heb ik in lange tijd niet meer gehad. bovendien heeft oudjaar mij volgens verwachting in de kaart gespeeld omdat ik net kon doen alsof ik enorm bang was voor het knallend vuurwerk en bijhorende gillende keukenmeiden. ik hoefde alleen nog maar zielig mee te bibberen en zachtjes te janken. ja, ik ben wel een vuilnisbakkie, maar toch sterker en vooral slimmer dan al die opgefokte collega’s van mij met dikke nekken.

2008/01/03

moet je nu toch eens zien


mijn oogleden met de fraaie wimpers staan wijd open gelijk het diafragma van mijn camera. het licht valt door mijn geaccommodeerde lens naar binnen op mijn gevoelige ccd het netvlies. dan knipper ik even, het diafragma sluit. de fotonen worden omgezet in electrische impulsen (rhodopsine) en de gegevens worden via de usb-kabel, mijn oogzenuw doorgesluist naar de lateral geniculate bodies, mijn usb-poort en van daaruit via de radiatio optica (meyer’s loop) naar de optische schors occipitaal gelegen en om de fissura calcarina gelokaliseerd. (visual area I = area 17 = OC genaamd). daar vindt het verwerkingsproces plaats met behulp van mijn eigen ingebouwde software. een beeld (foto) wordt gevormd of een opeenvolgende fotoreeks in de tijd, ook wel film genaamd. op zichzelf kan die film draaien, zonder dat je hem ziet bijv in een andere (boven)kamer. er moet dus nog een bewustwording plaats vinden. dit gebeurt in de visual area II (area 18 = OB), voorts in de visual area III (area 19 = OA) en de overige associatiegebieden zoals bijv in de visuo-auditory area 37. hier vindt de spatiële orientatie plaats, het volgen en fixeren van bewegende objecten (de beeldstabilisator), evenals reflexaccomodatie en de associatie met beeld en spraak. verder worden er van de ganglia geniculatum laterales electrische prikkels gestuurd naar de colliculi superiores en vandaar via de MLF (medial lemniscal fascicle) naar de oogkernen voor aansturing van de oogspieren. ook vanuit de visuele schors worden prikkels verzonden om de motoriek aan te sturen bijv om iets te pakken en te onderzoeken. eenmaal bewust doorzie ik de film in mijn gedachten of op het scherm van mij pc. ik kan beelden onthouden (uitprinten) of bewust bewerken (denkproces) en opslaan in het geheugen (memory-files). mijn god, geen wonder, dat ik af en toe niet helder ziende ben. waar zou het woord zienderogen toch vandaan komen?

hetzelfde analoge procédé geschiedt bij horen (muziek horen-voelen-benoemen bijv van lage vibraties). voelen (aanraking-pijn-temperatuur), aanvoelen en invoelen, tasten af- en betasten (tast-druk-vibratie). ruiken (geur-kleur-vlag bijv een poepje laten ruiken) en proeven (smaken en smakken vorm van oertaal), evenwicht en balans (ruimtelijke ordening) en motoriek (spierspanning-houding-positie-beweging-richting), spreken (spraak en taal) en in alle taal zwijgen, het ongesproken woord zijnde het begrip enz.

al deze vormen kunnen aangenaam-onaangenaam zijn en bewerken de talmoed in zijn zogenaamde limbische systeem, de plaats waar wij de limbo dansen dwz met het hoofd onder de stok door gaan en tevens het pregnante lichaamsdeel omhoog gooien in uitnodigende bewegingen om het vlees te verlossen van de te hoge spierspanning (de drift). ik denk dat jouw vorm van limbo de tanga is met o

2008/01/02

spot er maar mee


laatst gaf ik nog eens een klein lesje in voorlichting, en dat allemaal voor volwassen belgen. u weet dat nederlanders geen olijfblad voor de mond nemen als het over seks gaat, dus vroeg ik met een brede grijns op mijn gezicht wie van de aanwezigen veel van seks afwist. u begrijpt het al, de manier van vraagstellen had hen toch enigszins onzeker gemaakt. ik liet mij ontvallen, dat ik dat merkwaardig vond, omdat ik mij stellig meende te herinneren, dat er in nederland destijds de zgn witte belgen onder de toonbank werden verkocht, waar de seks van afdroop. deze boekjes werden dan ook rap in een plastic tas gestoken. aarzelend stak iemand zijn (middel)vinger omhoog. het verbaast mij dan ook niet dat het een man op leeftijd was, die op enige ervaring kon bogen.

ik begon met: weet je wat plompzakken is? hij had wel een vermoeden maar durfde het toch niet uitspreken (de censuur van de meute, weet u) en ik mag in de plomp zakken als dat niet waar is. om hem op zijn gemak te stellen, vroeg ik naar de g-spot (een slimme zet) en de slimme vogel noemde met een ernstig gezicht grafenberg op als de uitvinder ervan, die hij ook nog dateerde ronde de jaren vijftig, een voltreffer. ik zou hem eerder de man willen noemen, die de g-plek voor het eerst heeft beschreven samen met coauthor beverley whipple.

ik herinner mij nog, dat ik nog niet zolang geleden heb gevraagd, wat het mannelijke equivalent van de baarmoeder is, waarbij ik met een scheel oog werd aangekeken toen ik antwoordde: de utriculus prostaticus. nooit van gehoord meneer. toch wel zei ik, en ik kan het bewijzen omdat in dat gebied endometroïd carcinomen voorkomen (een kanker, die alleen in het slijmvlies van de baarmoeder voorkomt). zijn gelaatsuitdrukking was één groot vraagteken en ik lachte maar en zei, dat het o zo gemakkelijk was om iemand iets te laten geloven.

bijvoorbeeld dat bij het stimuleren van de g-plek er een female ejaculation kon plaats vinden, gespoten uit de para-urethrale klieren via de openingen van skene aan de binnenzijde gelegen van de labia minora. dat de hoeveelheid en de kracht overeen kon komen, met dat van de man en dat er zelfs acid phosfatase in zit en psa. dat de g-spot niets anders is dan de basis van de clitoris, analoog aan de penis, en dat je deze dus alleen maar kunt voelen na stimulatie ervan, en dat de para-urethrale klieren gezien moeten worden als de human female prostate. waar of niet waar?

wat dacht u van c-spot, p-spot en u-spot. neen ik spot niet met u.

2008/01/01

wat u weten moet over hazen


merkwaardig hoe angsthaas kan blijven doorwerken vanuit het subliminale. hoe als het ware gewone woorden dierbaar worden doordat ze steeds weer de novo op slinkse wijze je aandacht weten te capteren. inmiddels is er haast geen haas meer ontsnapt aan mijn zin voor orde en netheid. zoveel is duidelijk geworden, dat er wel degelijk onderklassen van hazen zijn te benoemen, al is het niet uitsluitend in de gebruikelijke zin van de taxonomie volgens linnaeus.

de orde van de knaagdieren of rodentia:

de 1e onderorde: de dubbeltandige knaagdieren of de duplicidentata.

de fluithazen:
de dwergfluithaas (ochotona pusillus pall.)
de himalaya- of de siberische fluithaas (ochotona alpinus pall.)
de otogono, fluithaas van de kale hoogvlakten (ochotona dauricus pall.)
de sneeuwhazen:
de alpensneeuwhaas (lepus varronis mill.)
de veldhazen:
de gewone haas (lepus europaeus pall.)

de 2e onderorde: de knaagdieren zonder stifttanden: de simplicidentata

de mara of pampahaas (dolichotis patagonica shaw)
de agoeti of goudhaas (dasyprocta aguti l.)
de paka of waterhaas (aguti paca l.)
de springhaas (pedetes caffer pall.)

de indeling van de hazen naar de kenmerken van hun geografisch territorium: zoals berg- duin- gras- hei- klei- moer- (alpen)sneeuw- veld- en zandhaas.

zij houden niet eens zozeer van kool(raap) en knollen als van boomschors, bosbessenstruikjes, bitter duizendguldenkruid, duizendblad, heide, klaver, peterselie, raapzaad, rogge en vruchten van lijsterbes. men spreekt dus van grasbuik, hazedistel (melkdistel), hazehuid (rok), hazegras (duizendblad), hazeklaver (klaverzuring), hazelwortel (mansoor), hazendistel, hazengras, hazenlatuw (akker- of graskool), hazenbrood (trilgras, veldbies), hazeoor (doorwas, goud-scherm, waterpostelijn), hazepootje (trifolium), hazesla (akker- of graskool, melkdistel), haze-staart (fluweelgras, pluim), hazewortel (mansoor), heiknapper, koolhaas en natuurlijk van onze onvergetelijke anton koolhaas.

andere woorden staan ivm karaktereigenschappen: (doods)angst, bang en laf zoals angsthaas, haas (tempomaker), hazeachterlopen (sprongen), hazebloed (bloheid, lafheid, zweet), hazehart (bangerd, blodaard), hazenoog (spiegel, lagofthalmus), hazepad (vlucht), hazepoten (lopers), hazevlees eten als ook haasvreter (angst hebben, bang zijn).

woorden als ezelhaas (langoor), haze (pees, gewricht, knieboog), hazegrauw (schemering), hazeharen (rool, wol), hazekop (domoor, botterik), hazeleger (heir, polk), hazelip, hazenest, hazeoor (lepel), hazepeper, hazepoten (lopers), hazeprent (spoor), hazerug, hazeslaapje (dutje, tukje), hazevel (wit), hazeverblijf en hazeverdriet (strik van koperdraad) zijn haast persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden van de haas (eigenschappen).

en wat dacht u van die andere haasvreter, de hazewind of de hazewindhond, die verre van bang is, en van andere vleessoorten zoals ossehaas en varkenshaas. haaskonijn en haasmuizen zouden kruisingen zijn met andere diersoorten. een moerhaas is een moerashaas, een moeren-haas een vrouwtjeshaas, die een aframmeling krijgt van een rammelaar of manlijke haas. in den overdrachtelijke zin kennen wij beunhaas, dakhaas en paashaas maar al te goed. en wat te zeggen van onze anton koolhaas en onze muzikale haas, nee, niet die kleine dwergfluithaas maar andré hazes?