2008/01/06

de scheet, die een streepje voor had


naar analogie van het grote strontboek kakafonie van gerrit komrij, speciaal geschreven voor hermanus brusselmans, die vuilak, die ook nog met zijn lid zit in de jury van het dag-blad menzo.

er zijn natuurlijke vele passende titels te bedenken. ik aarzelde tussen tussen de welhaast onmogelijke bovenstaande titel en voor de wind gaan. in alfabetische volgorde dacht ik nog aan de volgende mogenlijkheden: afscheet nemen, de achterlijke scheet, de scheet die een streepje voor had, de scheet die reet, de scheet van knalkracht acht, de verwarde scheet, een maagdelijke scheetje, een poepje laten ruiken, een scheetje uit beleefdheid, een scheetgebedje, een scheve scheets rijden, het groot schetencollege of het groot schetenkabinet, het knalfeest der kroon- scheten, het ludiek schetenalbum van jeroen bosch, lentebriesje, mijn scheet en ik, raak scheten en andere spelletjes, ranzige wind (rinzwind), volgens de regels van de scheet en voor de wind gaan.

nu had ik per toeval al eens een overpeinzing geschreven over afscheid nemen, een gedachtengang van een holbewoner, gezien het primitieve onderwerp en ik laat het u even geworden:

de duvel schijt altijd op de grootste hoop. oftewel in moderne econo-mische termen geld doet opgeld. welgesteld is welgeteld. geld heeft bij wijze van spreken iets slechts, iets onreins, immers het wordt zowel geassocieerd met de duivel als met uitwerpselen en nog wel met niet zo’n klein beetje poep. je kunt talenten begraven, hetgeen echter testament-arisch wordt afgeraden. tegen een beerput vol geld, daar zeg ik niet nee tegen, immers het lijkt alsof alles begraven is, terwijl je er wel uit kunt putten. het omhoog halen van emmers vol geld zou dan weer iets met opgeld te maken kunnen hebben?

een beerput vol stinkend stront, moet eveneens leeggemaakt worden om het land te bemesten en de gewassen te doen groeien. u weet nu waar de uitdrukking vandaan komt dat geld stinkt. gek, dat wij zo gek zijn op dat geld. de verslavende werking zal te maken hebben met het ruiken eraan, dat ons limbisch systeem in werking zet. ook spreken wij van smeergeld betalen of de smeerkraan opendraaien, hetgeen bevestigt, dat geld stinkt. de term een poepje laten ruiken heeft met macht en derhalve met geld te maken, het zich laten gelden.

bekakte heren weten geen (huis)raad met de hen toegevallen hoorn des overvloeds en diareeren desgevolg hunne lasten op de minderbedeelden, zodanig, dat zij met gemak geïdentificeerd kunnen worden als bruine apen (makakkies). de personele belasting door ontlasting. het doet mij denken aan het afbakenen van hunne territorium door het plaatsen van vlaggetjes maar tevens aan de hogere orde, die in deze euromaatschappij bestaat. het figuurlijk uitschijten of laten gaan van wat minder belangrijk lijkt te zijn. men zou ook kunnen spreken van het zich uitdrukken achteraf.

het is geweten, dat zij proberen deze overvloed zolang mogelijk vast te houden, opdat zij van viscerale gevoelens en hunne aangenaam lijflijke gevolgen zouden kunnen genieten. het met regelmaat langer vasthouden kan leiden tot een tijdelijk opgeblazen gevoel, ene vorm van obstiperen, waarvan bekend verondersteld mag worden, zelfs bij de mindere klasse, dat de ontlasting daarvan of het endelen van die darme ene grote bevre-diging kan bewerkstelligen. de uitdrukking: “zijn buik ervan vol hebben” refereert zeker aan het te lang moeten vasthouden van iets, dat als on-prettig wordt ervaren.

tot zover deze overpeinzing. maar nu moeten we het hebben over de drijvende kracht van dit alles. mijn buikpers is ongetwijfeld herman, die kan er dan ook wat van. en bij mijn weten maakt de zo luchtige gas-productie een essentiëel onderdeel daarvan uit. nu zou ik moeten op-zoeken (in het grote strontboek) hoeveel gas een mens gemiddeld produceert, ik geloof bijna een komieke meter per dag en met zijn allen zitten wij als het ware op een gasbel, waar het nederlandse slochteren niet aan kan tippen. men kan zich afvragen of met het stijgen van de huidige olieprijzen, het door ons geproduceerde gas niet opgewaardeerd moet worden.

ik heb hierbij de volgende bedenkingen: alles is relatief. u weet net zo goed als ik, dat bij elk goedlopend bedrijf, de winst weggefilterd wordt door onze overheid en zelfs als wij daar schijt aan hebben, zal het ons nog niet helpen. de vraag is dan onder welke vorm deze belasting wordt geïnd. de mogelijkheden, die zich aanbieden zijn legio en omdat ik optimist ben begin ik met vermakelijkheids belasting, een aanvullende wet op de geur-hinder of luchtvervuiling dan wel een nieuwe belasting op de geluidsover-last naar het voorbeeld van zaventem en brussel.

in die laatste zin bestaat zelfs de mogelijkheid om van overheidswege gradaties en kwalificaties te stellen, waaraan een goede scheet moet voldoen en in welke schrijnende gevallen er ontheffing verleend kan worden. ik denk aan een anus praeter naturalis, maar dat is persoonlijk. het spreekt vanzelf dat anusjes-van-alles en kontneukers in een hogere gattecorie moeten worden ingeschaald en als het aan mij ligt, mag deze nieuwe belasting de naam van verhofstadt dragen, wat vindt u bijvoor-beeld van het nieuwe verhofstadt-secreet? of het luchtwetje van van noppes? nu moet ik toegeven, dat het di-lupo-amendementje ook niet zou misstaan en nu ik erover nadenk, misschien wel de wet, die de lading het meest dekt.

het woord scheet is bedenkelijk afkomstig van schieten en schijten, een interessante combinatie. het schiet me ineens te binnen en het floept er zomaar uit. het woordenboek der nederlandse taal wijdt niet minder dan 25 kolommen aan het woord schieten, met als grootst gemene deler de haast en ongeduld, een snelle, rechtlijnige en tamelijk (haast) aggressieve beweging, van een punt, waar zij haar oorsprong vindt gericht naar een ander punt, dat als doel beschouwd kan worden. daarbij wordt in het midden gelaten of de benodigde energie in- dan wel extrinsiek is. ook wordt er geen verband gelegd tussen de snelheid en de haast en de kans dat het doel getroffen wordt. hier mist men het woord losse flodders. in een cultuur van nadrukkelijkheid, haast en moralisme wordt die snelheid eerder in verband gebracht met met een morele dan met een mecha-nische energie aldus cornelis verhoeven. quade haeste es dicken onspoed.

het zou mij niet verwonderen als het woord schijten een evenredig aantal kolommen zou bedragen in grote strontboek van gerrit komrij, maar ik heb zijn dagboek nog niet gelezen. het lijkt me een leuk idee om het neer te leggen op het toilet, en als zijn boek niet zo gebonden was, zou ik op-teren voor een losbladige uitgave in de vorm van een scheurkalender. voor de protesterende mohra-listen onder u raad ik de meer losbandige uitgave aan: het hervormsel doorgedreven. langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de interpretatie van het woord scheet onder meer bepaald wordt door cultuur, maatschappij, geloof, zeden, opvoeding, karakter en niet te vergeten de aanleg. denkt u aan de familie flodder. niet alleen de wijze waarop de scheet wordt gelaten, maar ook de intentie waarmee de scheet wordt gelost is niet onbelangrijk te noemen.

spreken wij niet eens over de ordinaire of gemene zaken als de kwantiteit, de kwaliteit, de geur en in sommige gevallen de kleur en de luchtdichtheid of het soortelijk gewicht. voor de vuurvreters onder u de knalbaarheid of explosiviteit, het percentage moeras- of methaangas en de bijmenging met waterstofsulfide, u weet wel die heerlijke rotte eiergeur. als u persé winden wil laten ongeacht het gezelschap, dan gaat u voor de wind om het zo maar te zeggen. als u uw ene been oplicht, rijdt u als het ware een scheve scheets. als u daarbij veel stof doet opwaaien, dan spreekt men van een knaller. kunt u het niet laten om een deftige edoch nadrukkelijke scheet te laten dan behoort u tot het schetencollege. u zou iemand anders kunnen vragen de deur voor u open te zetten.

er is een scheet, waaraan ik u zou willen laten snuiven en wel de harde repeterende scheet, geproduceerd al zittend op een stoel, bijna altijd ritmisch en soms muzikaal en dan bedoel ik niet in de vorm van een blazers-ensemble. op de juiste manier geproduceerd, in staccato met de geknepen billen, resulteert deze als het ware in een stoelendans, die mij doet denken aan de schilderijen-tentoonstelling van musorgski en wel tableau nr. 9 de baba-yaga of de dansende heksenkeet op poten, waar de heks aan het einde van het muziekstuk al knallend op haar bezem door de schoorsteen naar buiten vliegt. een dergelijke scheet heet in het engels een musical sheet.

de uitdrukking "mijn lief scheetje" is merkwaardig en op zijn minst dub-belzinnig te noemen. de eerste vraag betreft het bezittelijk voornaam-woord mijn. hoort dat bij lief of bij scheetje. een wereld van verschil. voorts is het verband tussen mijn lief en scheetje niet duidelijk, tenzij men mijn lief denigrerend zo benoemd. en waarom zou mijn scheetje lief zijn, er vanuitgaande dat het niet minder stinkt dan haar scheetje. ik kan maar één persoon bedenken en dat is narcissus. eerder lijkt het mij een uit-drukking, gebezigd door een persoon, die al beneveld is, hetzij van liefde of andere zaken.

nu moeten wij het hebben over de etiquette van de scheet. want als het waar is, dat wij per dag zoveel babbellucht produceren, is het niet meer dan logisch, dat er regels moeten bestaan voor het verdienen van aflaten. zoals u weet wordt de omgekeerde scheet, de boer door verschillende culturen anders geïnterpreteerd. bij arabieren is het niet laten van een boer na de maaltijd onfatsoenlijk. van de andere kant hangen wij een moslimbroeder niet op als hij zich bekeert tot het christendom, de godsdienst, die globaal gezien het meest voor de wind gaat, tot nu toe althans.

hier volgen de stelregels der etiquette volgens de regels van de grootscheet (boek der windrichtingen: "daba malsi"):

1. als het westen buigt, moet de scheet naar het oosten worden afgelaten.
2. alvorens men aflaat, prevelt men driemaal alleh, alleh, alleh.
3. men is verplicht om minstens 6x daags de holy shit af te laten.
4. op feestdagen laat men zich voorgaan door een groot-zoefti.
5. op hoogfeestdagen wordt een arm lachend schaap alleen afgeslacht door schrikbewinden.

ook het aërologisch schema of het aflaten der winden valt onder de leer der etiquetten:

1. een ranzige wind wordt voor de duidelijkheid per anum verzonden.
2. om een goede scheet af te laten, hoort het venster open te staan.
3. men kan iemand beleefd verzoeken om de deur open te zetten.
4. een goed afzuigsysteem à la brusselmans valt te overwegen.
5. een wind afstoppen (anaalstoppers of boppers) hoort alleen maar in besloten kringen plaats te vinden.

de wijze waarop de scatologie wordt bedreven: zachte, amper te ruiken en/of hoorbare scheten. deze noemen wij maagdelijke of bescheiden scheten. wanneer er van enige geuroverlast sprake is spreekt men van het eierarrest of de stinkbom. wanneer het geluid op de achtergrond staat, spreken wij van knalpot of kanonsschoten. repeterende scheten worden knallers of aflaters genoemd. wanneer het echt in de bedoeling ligt om iemand te raken noemen we dat afscheten. tot deze categorie hoort ook de scheet, die een streepje voor had. als iemand gegeneerd zich omdraait zeggen we afscheet.

ook de intentie, waarmee de scheet wordt afgelaten is belangrijk. iemand, die zich niet lekker voelt of vagaal is na het eten noemen we bleekscheet en mogelijk is hij het, die een streepje achter heeft. per expres scheten laten heeft iets te maken met raak schieten soms met opschieten. als het zomaar voor de lol is, luchtraak schieten. over het woord babbelkous moet ik nog nadenken, trouwens ook over windbroek, broekwind en terwinden.

het viscerale beleven (alles wat met de goede darmwerking heeft te maken) komt spreekwoordelijk tot uiting in een aantal synonymen van onze angsthaas en de meest pregnante ervan vind ik bangebroek, bangeschijterd, kakkebroek, labbekak, schijt(e)broek, en vooral de schijtlaars. maar dit kenmerk wordt ook aan andere dieren toegeschreven, ik denk aan schijtluis en schijtlijster. het is dan ook niet ondenkbaar, dat de angsthaas misschien wel afgeleid is van angsthose (bangebroek), waarbij hoos de betekenis heeft van kous of beenbedekking conform schijtlaars.

er zijn natuurlijk aflaters, die het moeilijk hebben, ik denk aan obstipanten en hardlijvigen. en alhoewel zij het andere mensen niet lastig maken, heeft hun voortdurende bekommernis toch iets te maken met het voor de wind gaan en het is niet onwaarschijnlijk dat zij hun gemis compenseren door meer boeren af te laten. ook is er nog een bizonder soort, dat vermeld moet worden en dat zijn de zogenaamde luchtvreters of luchthappers (aërophagen) een onschuldige maar lastige aandoening. meestal wordt de lucht geretourneerd, maar af en toe kijken ze met hun hoofd de andere kant op om wat lucht af te laten uit hun ballonbuiken. zij vallen duidelijk onder de losse flodders. je hoeft er niet persé medelijden mee te hebben, je kunt er ook gewoon schijt aan hebben, maar in dat geval valt het onder verdedigings-mechanismen (verplaatsing).

nu dan over de scheet, die een streepje voor had. u begrijpt het al een delicaat en een niet zo voor de hand liggend probleem. want zeg nu zelf, het zal u niet zomaar lukken als u dit wilt uitproberen. u kunt een scheve scheets rijden, maar dan nog zal het u niet lukken om vóór een streepje te trekken, zelfs niet als u uw billen samenknijpt. en omdat het een lemma is, waarvan de bewijsvoering volgt of een dilemma, omdat het windgat meestal achter ligt en het streepje vóór, moet het haast wel humoristisch of figuurlijk bedoeld zijn. het kan natuurlijk wel zo zijn, dat iemand per vergissing zijn onderbroek verkeerdelijk heeft aangetrokken en dat maakt volgens bartjes een streepje vóór (lemma).

de volgende vraag is dan, wie de trofee van de scheet, die een streepje voor had, verdient. guy verhofdtadt (u weet wel van die groep, die ineens zoveel bekendheid kreeg) komt volgens mij niet in aanmerking. niet, dat hij zijn best niet heeft gedaan, ik reken hem tot de orde van de groot-blazers, dat wil zeggen, iemand die van elke scheet een donderslag maakt, iemand die er als een scheet bij is om bellen te blazen en bovendien ook nog een bangescheet is (ps). ik zou hem eerder als een lastige wegescheet willen betitelen. zeg nou zelf, hij is toch geen partij voor onze grote maffiabaas di lupo?

vice-president en minister van buitenlandse zaken louis michel van de mr? tijdens de regering verhofstadt 1 viel hij op door zijn verbale aanvallen op buitenlandse regeringsleiders zoals haider, bossi, berlusconi en tony blair, die hij een oorlogszuchtige praatsjesmaker noemt. hij maakte zich tot de meest gehate politicus van europa. later verlegde hij zijn agressie vooral naar vlaamse journalisten, de standaard, de vrt en de vbo. de man heeft een spreekverbod gekregen van hogerhand en is op just op tijd weggepromoveerd door de regering verhofstadt, die in den beginne zo aktief is begonnen met het bestrijden van het nepotisme van de cd&v. zo'n hypocriet komt zeker niet in aanmerking.

karel de gucht misschien? geen slechte gedachte. deze kroonprins werd immers herhaaldelijk tot de orde geroepen zowel door dictator verhofstadt als kabila van de democratische republiek kongo, de minister van buitenlandse zaken voor wie het buitengewoon gewoon is om buitenlandse collega's te kleineren, zoals de nederlandse premier balkenende, maar niet het fatsoen heeft om zelf op te stappen. inderdaad niet slecht. helaas heeft hij iets meer dan een streepje vóór en ik reken hem meer tot de makkakies, dan de kongolezen zelf.

onze minister van landsverdediging andré flahaut. zelden heb ik zo'n incompetente onbenul gezien. ik denk aan neder-over-heembeek affaire, de keuze van de vliegtuigen in het kader van de europese samenwerking en de kleine kannonnetjes op de grote europese pantsers. hieraan alleen al kunt u zien hoe bang verhofstadt voor de ps is. maar flahaut is met zijn 99 iq gemiddeld zo gemiddeld dom, dat hij niet in aanmerking komt voor deze eretitel, wel kaapt hij de titel van flapdrol weg.

mijn voorkeur gaat uit naar naar de grote neef van berlusconi en zijn maffia, de gevlinderde gentleman di lupo. het door mij voorgestelde di-lupo-amendementje kan mij vooral bekoren vanwege het feit, dat di lupo zelf ook zijn persoonlijk pareltje (steentje) zal bijdragen (u moet vooral niet vergeten dat hij weliswaar is vrijgesproken van pedofilie, maar nog niet van necrofilie met de vlaamse lijken). het enige jammerlijke van hem is, dat hij zó van de koning bibber is gaan houden, maar van de prins geen kwaad weet. heet dat niet gordon-bleu of was het cordon-sanitaire?

op de keeper beschouwd komt eigenlijk niemand in aanmerking voor deze eretitel, zij het dat wij herman brusselmans (een scheet van een vent) voordragen, iemand, die zijn mannetje staat want zeg nou zelf, niet iedereen schiet zijn vriendin op het schijthuis door de kop, terwijl zij hem lekker zit te pijpen. hiermee benadrukt hij de vluchtigheid van het leven, dat als een scheet voorbij gaat en tevens ook de onbelangrijkheid van sex, een scheet in een netje.

een andere vrijwel imaginaire mogelijkheid is dat de inzender van dit stuk in aanmerking komt voor de titel. maar wat weten wij van hem? niet veel anders dan dat het een praktische kerel is, dat wil zeggen, dat hij gewoon scheten laat omdat het moet. hij doet dat allerminst voor zijn plezier, hij wilt de natuur en het fatum niet tegenwerken. dat hij humoristisch zou zijn aangelegd, daar schieten wij natuurlijk niets mee op. ook schrijft hij niet onder een pseudonym zoals bijvoorbeeld piet paaltjes of manus bruinscheet. en als nederbelg is hij ook weer niet zó uitzonderlijk, dat hij een streepje voor heeft. een polylemma dus.

nu schiet me ineens iets te binnen. is het mogelijk om een brainscheet te laten naar analogie van de bruinscheet? gezegd dient eerst te worden dat bruinscheet niet racistisch bedoeld is evenmin als makkakkies. een bruin-scheet is er een, die een streepje stront achterlaat. een mak kakkie doen is op zijn gemak rustig een kakje met bijbehoren produceren. zijn stront- eigenwijze schrijvers, die vuilpraat produceren als gedachtengang brain- scheten of makkakies? wie zal het zeggen? ik heb nog nooit een filosoof horen zeggen: "ik ben, dus ik schijt" of "een scheet is dwingend".

ach, aan schrijven is geen reet aan, maar het eindoordeel zal ik maar aan u overlaten. u kunt uw voorkeur laten blijken via e-mail (e-mail adres: bijmenzo@menzo.be). ook kunt u sms-sen naar het nummer 0900-70-01-69 (het nummer van de voorzitter herman brusselsmans). 1 = ja en 2 = nee. inzendingen na 15 juni dingen niet meer mee naar de hoofdprijs. deze bestaat uit een tweetal vrij kaartjes voor het rijksmuseum, gelegen op de rommelarei in gent met thema "antieke winden tot 1900" en een abonnement voor een maand op menzo.