2008/08/13

ansicht


lieve, an sich is er niets op tegen, dat je me een ansicht stuurt maar natuurlijk geen gewone. immers ik ben ook gene gewone en het ook niet gewoon. ik fantaseer, dat je best ansichten in serie zou kunnen sturen, een soort dagelijkse editie, die samen ein schönes bericht darstellen, een soort strip verhaal. pikant mogen ze zijn, maar niet van het genre jodeln in die alpenwiese und so weiter. zelf zou je variatie kunnen brengen in de postzegels, die wahren überbringers von wünschkarten. mein fantasie ist ja ungebreideld und ich denke mich, dass du ein ganz winzig klein, obschon ein sehr persönliches notizchen schreibt in das quadrat unter die briefmarken und es damit versegelt. hübsch na die fantasie? en het is best geoorloofd, dat je mijn vrouw een beetje zinnenprikkelt, maar een kusafdruk in lippenstift lijkt wat overdreven. misschien kun je voor haar iets persoonlijks bedenken (goh, wat heb je toch een leuke man, weet je eigenlijk wel, dat…etc). en voor zover ik weet, ben je al een beetje familie van mij, ik herinner mij, dat ik eens over je heb gesproken als mijn verre nicht.

2008/08/12

de schatkamer van sint


chatten leek mij het einde, vooral omdat mijn man zich daarmee leek te amuseren. jaloers zei u? ik wilde het toch eens proberen, maar aangezien ik niet goed met de pc overweg kon, riep ik de hulp in van mijn zoon van achttien, die ervaring leek te hebben: af en toe zag ik hem in een razend tempo chatten met een man of tien tegelijk. hij profileerde mij op ondeugende wijze en zocht samen met mij in de chatkamer van sint naar een geschikt slachtoffer. nee, niet zo maar een hele ordinaire zwarte, maar een hoofdpiet met goed gevulde zak. weldra rolden de pepernoten uit zijn hand. voordat ik het wist had ik heel mijn hebben en (huis)houden bij hem tafel liggen. verslaafd zei u? mijn zoon, die toch iets van zijn vader weg heeft, vatte het als volgt samen: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe en dat is moeilijk kiezen, hè ma!

2008/08/11

de tandarts en de mark

hallo emmein,

het is weer zaterdag en “alleman” kijkt weer naar je uit. de dentist wil je gaatje vullen, de directeur zijn zakken en die volleyballer zijn vriendje wil ook graag scoren. dus kunnen wij niet anders dan acte de presidence geven. ergo, heb je zin om de bloemetjes nog eens buiten te zetten, geef me dan een seintje, zodat ik op tijd een leuke escort (van de ford?) voor je kan regelen. euro’s hoef je niet mee te nemen, de baas betaald. ps. zaterdag ben ik de hele dag bereikbaar. in bijlage de vrolijke noot van marc

noot van marc,

gisterenavond was ik al wat eerder naar den boulevard gegaan in den hoop om uwen aanstekelijke lach weer te horen. en ik maar wachten, en als ge weet, dat ik de pest heb aan (in)borelingen, die hunne afspraak niet nakomen, ja dan begrijpt ge, dat ik langzaam maar zeker in alle straten (ik heb nog meer gelegenheden bezocht) verkeerde. ook dieën personeelsdirecteur van den alz van de limburgse staalindustrie te genk, zag u geheel niet zitten en informeerde alsmaar aan den lopende band naar u. dan was er nog ene jan met zijnen vriend, die hij de vorige keer ook al bij zich had, jan, je weet wel, die beroemde volleyballer uit vervlogen tijden, met zijn porche met zwembad (in zijn tuin). met die leuke rijzige vriend uit put uit neder-limburg. was zijn voornaam niet ene ronny? zij zaten steeds te reikhalzen (om uit te zien naar u). maar helaas, gene schone en amusante vrouw te bespeuren. zo ziet ge, wij allen hebben bepaald last van onthoudingsverschijnselen, zij het niet van u dan toch zeker van den dranck naar u, of was het toch de p(s)alm misschien? helaas valt dit niet meer te achterhalen, tenzij gij toch weer zaterdagavond uw sier wenst te maken en te vertieren in den boulevard, ons stammineeke. dan kunnen wij den preuve herhalen. groetekens van uw tandarts marc.

2008/08/10

avondje uit


merkwaardig toch, dat een avondje uit zo uit de hand kan lopen. ik was met mijn vriendin in den boulevard en zag daar een volksvrolijke knappe vrouw van ’n jaar of vierenveertig met een tweetal feesthoorntjes van haar op haar zijdenhoofd in een geanimeerd gesprek met ’n drietal mannen, d’een nog jonger dan d’ander, samen uit en wel zo’n hondervijfenzeventig jaren oud.

de oudste der jongsten, die met een stok liep, terwijl hij aan tafel te zitten zat, had zijnen arm stevig geslagen, aanvankelijk om hare schone schouderen, edoch later, naarmate de avond en het percentage vorderde, om hare veerkrachtige hammen, die stevig uit den hoek kwamen. hij genoot zichtbaar van alle goede gaven en knipoogde vriendelijk naar de man, die hij ervan verdacht haar echtgenoot te zijn.

de middelbare jongste, een goede zestiger, had niet anders te vertellen dan over zijn staaltje van werken voor de alz, den slopende reizen naar het parijselijke nachtleven en den parijs, die hij ervoor moest betalen. geen eurocent extra kreeg hij daarvoor, behalve ‘t hotel met de drie sterren. het ontbijt – een croissant met jam en verkeerde koffie - was inclusief, maar niet de schone slaapster, die zich s’morgens opdiende.

de jongste der jongsten, ’n man van midden veertig, een belgische tandarts, in nederland beroepen, vol lol, spoelde zijne schone tanden regelmatig met ne witte van hoegaerden in den hoop, dat deze zijne tanden zouden blancheren. en overtuigd van dit spoelmiddel toverde hij op gezette tijden een brede grijns op zijne smoelwerk. opgezet was hij daardoor geenszins maar wel den hoegaerden, die er bij tonnen inrolde.

later heb ik nog eens een blik geworpen naar “moet kunne”, de tent gelegen langs den boulevard en zie, daar zag ik de tweelingzus van de dame met de twee torentjes dansen met ene vriendelijk kijkende kale biljartbal met den keu nog op zak. jammer genoeg zat er ook ene turk te amokken om gene indruk op vrouwtjes achter te laten. ik stak mijne vinger in het midden omhoog om uitdrukking te geven aan mijn voorliefde voor ata turkies.

zo ziet u maar, dat een gewoon avondje uit, ó zo gewoon uit de hand kan lopen, en dat nog wel zo onverwachts. over de belevenissen van achteraf zullen wij het maar niet hebben. ik herinner mij dingen, waarvan ik me afvraag of ik ze eigenlijk wel mag herinneren en of ze werkelijk zijn. ten slotte heeft u mij ook aangeschoten. desalniettemin zie ik u graag weer de volgende zaterdag tegemoet in voor en tegenspoed.

2008/08/09

mijn lief uit luik


ik heb u nog niet verteld over mijn lief uit luik, een verhaal over een ontluikend lief. en omdat zij later verliefd werd op een ander, zou je het een drieluik kunnen noemen. ontluikend omdat haar liefde iets maagdelijks had, niet dat zij dat was, althans niet volgens haar knap volwassen dochter uit louvain-la-neuf, maar omdat zij daarna nooit meer seks had gehad met de man met wie zij verondersteld werd getrouwd te zijn. haar man had een belangrijke maatschappelijke functie, een lokale inspecteur van de politie, die in hoog aanzien stond, een graag geziene gast, die tweemaal per week het een en ander inspecteerde tot in de vroege ochtenduurtjes.

zelf dreef zij een zaak in fopspenen, een zaak, die zij oorspronkelijk van haar vader had overgenomen en waarvan zij nauwelijks kon leven. haar jongere zuster hielp mee in de zaak en inventariseerde de artikelen op maat en ouderdom op de computer, zoals dat betaamt in een zaak van modern allooi. in de cité werd de zaak spottend “fop en speen” genoemd, waarmee eigenlijk de gezusters werden bedoeld. fop woonde boven de zaak met haar inspecteurtje en speen - waar de inspecteur trouwens last van had - woonde in rue de bartholomeus. last, omdat het appartement boven de winkel geen eigen ingang had, dus had de inpecteur eigenlijk dubbel last, gezien zijn zittend leven.

fop werd dus jarenlang gefopt door haar inspecteurtje, de communicatie thuis mocht best een flop genoemd worden en zo kwam het, dat zij het besluit nam om actiever aan het leven deel te nemen, omdat anders het leven voorbij zou zijn alvorens zij het in de gaten had. ze leerde een kunstenaar kennen, die haar les gaf in tekenen en schilderen en er zat best wat perspectief in. ik zal hem kwast noemen vanwege de privacy. hij hield van een borrel en van vrouwen bij tijd en wijle of op tijd en een wijle zoals u belieft. en omdat fop ook niet van steen was, liet zij zich de avances van kwast na een wijle wel gevallen, zij was ahw het doek, dat betekend diende te worden.

daar was het, dat zij voor de eerste keer in een schilderachtige omgeving kwam en aangezien zij onervaren was en niet precies wist wat er allemaal gebeurde met haar, besloot zij daarop de dokteur te raadplegen. nadat zij van haar belevenissen met kwast kond had gedaan, begon de dokteur hartelijk te lachen en verzekerde haar dat alles in orde was en dat zij nu voor de eerste keer in haar leven was klaar gekomen. aangezien de dokter ook de vertrouwensarts van haar was, was hij van de familiale toestand volledig op de hoogte en hij gaf haar geen ongelijk, dat zij haar geluk eens beproefde in de kunst. hij vroeg haar niet of ze een voorbehoedsmiddel had gebruikt, hij wist beter.

maar zoals dat vaker gaat kreeg fop na enige tijd wroeging, waardoor de seks minder werd en uiteindelijk uitbleef. wat restte was de vriendschap aanvankelijk voor het leven en naarmate de tijd meer verstreek en kwast meer verf streek op andere doeken voor een kortere wijle totdat de relatie vanzelf ophield te bestaan alsof zij nooit bestaan had. in den beginne mistte zij hem wel node omdat hij minder vaak (langs) kwam, maar echt veel verdriet deed haar dat uiteindelijk niet omdat zij zich troostte met de gedachte, dat haar kunstzinnige kwast zijn eigen paletje had gevonden, waar hij naar hartelust op kon schilderen en waarmee hij gelukkig kon zijn zoals hij dat wilde.

inmiddels was zij aan het chatten geslagen, hetgeen haar wel, maar haar man niet beviel. en omdat hij bij de police werkte, kraakte hij haar pc en las alle chats en mails, zodat hij dacht van alles op de hoogte te zijn. maar zij was daarvan ook op de hoogte, zodat zij de nodige maatregelen nam. er werd zelfs een periode een privé-detective ingezet door haar echtgenoot, waarschijnlijk omdat hij te weinig mankracht had. het maakte de sfeer thuis er niet beter op. en alhoewel er thuis niet gesproken werd, des te meer werd er medegedeeld via body-language. en hoewel de kleur van haar mooie ogen niet blauw genoemd kon worden, werden deze en de overige kneuzingen braaf genoteerd bij de huisarts.

en om niet te vaak thuis te hoeven zijn bij haar nietszeggende inspecteurtje ging zij vaker met haar jongere vriendin met de buik dansen en éénmaal de smaak te pakken danste zij meermaals per week op verschillende plaatsen in de omgeving, hetgeen haar een aardig duitje koste. wel geraakte zij alzo langzaam maar zeker uit haar jarenlange isolement en leerde al doende verscheidene mensen kennen. daar viel haar oog op een wat oudere maar ervaren verpleger, die in de citadel werkte en na verloop van tijd dacht zij verliefd op hem te zijn. weliswaar was hij getrouwd met zijn cita del, maar er bleef genoeg vrije tijd over om van elkaar te kunnen genieten. zij deden van al, vooral elkander spreken maar ook wandelen en fietsen.

samen hadden zij het goed naar hun zin, maar omdat hij aan zijn cita del verplicht was en zij eigenlijk iemand wilde hebben, die zij tot haar privé eigendom kon rekenen begon zij uit te zien naar de man, die dagelijks aan haar etalage voorbij schoof. een rijzige man met een zwierige hoed met grijze krullen daaronder. het was haar zuster al eerder opgevallen, dat hij steeds dralend voor de etalage stond en langere tijd naar binnen blikte om te zien of fop in de zaak liep rond te spenen. en omdat fop vaker even boodschappen moest doen voor haar huishoudentje, kwam zij hem met regelmaat tegen, waarbij zij dan samen opliepen om een praatje te slaan, aanvankelijk onschuldig maar mettertijd minder.

zo kwam het, dat zij stilaan opnieuw verliefd werd maar nu op de man, die dacht dat hij een hoed was en die wij luis zullen noemen, een naam , die ik hem toeken omdat hij iets weg had van moeilijk kwijt te geraken ongedierte. het vervelende was, dat ook luis nog officieel getrouwd was met zijn vrouw vlo, alhoewel hij dat minder zo voelde omdat zij altijd de hort op was en hem met haar amants bedroog, waar hij zelf niet bij was. een zekere gelijkenis met het huwelijk van fop drong zich op, maar toch valt dit moeilijk onder neurotisch arrangement te classificeren. van de andere kant kun je niet zeggen, dat fop nu meer privé eigendom had dan voorheen. maar allah.

et l’histoire se repète, de oude relatie met de verpleger van de citadel bloedde langzaam dood, ook al had zij daarover ook nu weer enige gewetenswroeging, maar zoals u weet heelt de tijd alle wonden. het grappige is wel dat zij kwast kwalijk nam, dat hij hun oude vriendschap liet verpieteren, maar dat zij nu hetzelfde deed met haar verpleger, die zo goed voor haar had gezorgd en altijd om haar bezorgd was geweest. en dat zou je wel neurotisch arrangement kunnen noemen. enfin, het een en ander bleef niet verborgen voor haar familie, te meer daar haar zus altijd in de zaak aanwezig was, haar zus, die volledig op de hoogte was van de gang van zaken.

het toeval wilde, dat de ganse familie van fop en speen in de aangrenzende panden van de winkel woonde en aldus min of meer op de hoogte waren van het reilen en zeilen van de gezusters. zij hadden zo hun bedenkingen over de escapades van fop, maar wilden van de vroegere stouterijen van monsieur le commissaire geen weet hebben. bovendien vonden ze dat een zó belangrijk man als de niet zo perfecte préfect van nature enig recht kon doen gelden op een uitzonderlijke behandeling (de kleingeestige mentaliteit van de roomse bourgeoisie weet u). bovendien verstond le commissaire de kunst van het verdoezelen der zaken of misleiden zoals u wilt, een kunst, die welhaast aangeboren lijkt te zijn bij ambtenaren van het goede soort.

en omdat goed katholieke gezinnen niet van echtscheidingen houden evenmin als de overburige pastoor, kreeg de luis een inkomstverbod voor de winkel en fop een uitgaansverbod. en een goed katholiek gezin was het. de jongere broer van fop, electriciën van beroep en een schat van een bewaarder, liet zijn lichtje branden in de pastorij en de kerkeraad, zijn zoon was een lokaal bekende bard op het conservatorium en zong zonder plichtpleging in het kerkkoor. bovendien hadden de ouders hun dochter voor het trouwen verplicht om bijscholing te halen in het kerkportaal, hetgeen heden ten dage wel uit de tijd is, maar niet in de contreien van een oud luiks stadje, waar van oudsher bisschoppen resideren in koninklijke paleizen.

intussen heeft fop een nieuwe maître gevonden, een imposante patron uit de vlaanders, die haar de fijne kneepjes van het vak leert, omdat hij al wat ouder is en derhalve veel ervaring heeft, en hij is zeer tevreden van haar vorderingen op het gebied van de schilderkunst, voornamelijk landschappen op dit moment. de rest moet nog aan de beurt komen om het zó maar eens te zeggen, en waarom zou ik niet. bovendien zou fop fop niet zijn als ze de haar opgelegde lijfstraf uit piëteit zou ondergaan, noch die van monsieur le préfect, noch die van hare pater of pastor familias. en zo komt het, dat u haar heden ten dage op de vlooienmarkt tegen het lijf kunt lopen op zoek naar een nieuwe kwast met luis onder den arm. sommige ongemakken moet men men op de koop toe nemen.

2008/08/08

brusselmans


hooggeachte gravin emmein,

fijn, dat u morgen naar brussel-stad mag gaan met de man, die heel wat van plan is, kortom brusselmans. ik heb vernomen, dat u met uw gevolg uw intrek neemt in het roemruchte meer dan vijf-sterren hotel in windsor-stijl genaamd conrad, gelegen op de avenue louise.

ik zal u met genoegen ceremonieel laten ontvangen voor de lobby van de hotellerie door mijn gehoorzame livreier george, een bantoe-bruine neger, gekleed in afstekend goudgeel corduroy met een deftige hoge hoed.

hij zal uw reiskoffers naar uw verblijf laten brengen en u vergasten op een kopje koffie met toebehoren. nergerzoenen komen per definitie niet in aanmerking. de koffiebonen heeft hij vers geplukt en gebrand.

inmiddels zal hij de calèche laten voorrijden, opdat uwe gena zich onverwijld kan laten rijden naar ene nieuwe stadstraat in het centrum, alwaar u uwe inkopen kunt laten doen door sarah van oom tom.

verder bent u mijnentwege van harte uitgenodigd op het grande diner du gala, waar u met uw gemaal met alle beschikbare égards en honneurs tegemoet getreden zult worden. u wordt met champagne besprenkeld en met wals-noten gestreken door ons beroemd huis orkest.

indien u wenst te walsen, adviseer ik u als “connaisseur”, enige luchtige onderkledij van het gerenommeerde merk huize string. ondertussen zullen wij den inwendige mensch verzorgen met uitgelezen toespijzen. ons huispersoneel en medische staf staan tot uwer beschikking.

indien gewenst kunnen wij merlijn vragen u iets voor te toveren. een andere optie bestaat uit het bestellen van een moderne breughel, die uw verfijnde gelaatstrekken op geschept papier zal vastleggen.

inmiddels groet ik u en uw gemaal en wensch u beiden een aangenaam verpozen.

2008/08/07

vliegmijlen


weledelgeboren gravin emmein,

als trouwe cliënte van ons aparthotel conrad in brussel, deel ik u mede dat u duizend extra bonuspunten hebt verdiend voor uw gratis vliegmijlen. u kunt deze extra punten incasseren op
www.conrad@hothotel.be.

onze jury heeft deze extrabonus aan u toegekend na het bestuderen van de beelden, opgenomen met onze uiterst geavanceerde bewakingscamera gelokaliseerd op kamer 452 van den 1-ste op den 2-de februari 2002.

ook mede gezien de actualiteit en de vorstelijke scène, door u gepresenteert, is onze jury eenparig tot bovenstaand besluit gekomen. gefeliciteerd namens de heer conrad, de nestor van onze hotelketen

2008/08/06

beste sandy


lang geleden dat ik nog van die leuke vrouw heb gehoord, waarvan ik in mijn vorige brief gewag maakte. ik mis die pregnante lach, die zo’n indruk op mij heeft achtergelaten. na de fluit, die dwars lag, heb ik gewacht op een echo van rollende klinkers met een muzikale of andere boodschap. maar zelfs geen dissonant te horen.

ik mag wel een beetje doof zijn (als het moet oost-indisch), maar de maestro voelt zich toch een beetje tel oor gesteld, dat er geen wederklank valt te beluisteren van die goedlachse vrouw die zich anders zo laat opmerken. een oortje aangenaaid noemen ze dat ondanks het feit, dat je er al een hebt aan weerskanten.

in verlegenheid gebracht zeker (op die leeftijd)? wat bedoelt de maestro eigenlijk? zou ik beter de doedelzak niet bespelen en de fluit dwars laten hangen door weg te blijven van de repetitie? maar hoe kan een concertmeester een magistraal oeuvre uitvoeren met zijn stokje zonder de noodzakelijke oefening, die kunst baart?

zijt gij een vrouw, die dwars wenst te liggen om billenkoek te ontvangen? zeg het de maestro. een stokje dient niet alleen om de (straf)maat aan te geven, maar ook om het ritme te bepalen van de cadans van het leven. overigens heeft die koek een behoorlijke indruk op mij achter gelaten.

dus verman jezelf en schrijf me is, wat je echt wilt. dat hoor ik toch graag (grijns). en troost je met de gedachte, dat ik geen vrouwen hoef dood te schieten om een onuitwisbare indruk na te laten (conform toilet maken van kees brusselmans). had ik je overigens al mijn handtekening gegeven? je moet alles niet zo serieus nemen.

2008/08/05

de dwarsfluit


een abstracte overpeinzing over een zeker instrument, van naam dwarsfluit geheten, dat men niet zomaar ter hand neemt en plein public, tenzij onder orkestrale begeleiding. één fluit in de hand maakt nog geen orkest.

wars van dat alles staat het woord dwars, dit wil zeggen loodrecht erop of haaks, tegendraads zelfs. ook niet: op de meest gebruikelijke wijze dwz waarmee men een dwarsfluit bespeelt. in dit verband is het niet duidelijk wat er nu met blazen bedoelt wordt.

moet de fluit dwars liggen in de hand of moet men dwars blazen met de mond op de fluit? mag de fluit wel dwars in de mond liggen of moet men eerst dwars liggen om op de fluit te mogen blazen? geeft de maestro het tempo aan waarop er geblazen mag worden?

wat te zeggen van een piccolo, een fluitje, dat zo weinig dwars ligt, dat dát niet de moeite waard lijkt te zijn om van een dwarspiccolo-tje te spreken? hier wordt kennelijk aan dis-criminatie gedaan. de grootte van de fluit lijkt een rol te spelen, niet de muziek, die hij voortbrengt.

en dan het woord fluit zelve. is hier sprake van een klanknabootsing, een soort onomatopee voor geluid? om het woord fluit te kunnen vormen moet men al een tuitje vormen met de mond, alsof men blaast! dit kan toch geen toeval meer zijn.

zo zie je maar weer, niets is gewoon zomaar. gek eigenlijk, dat er wel een contrabas bestaat maar geen dwarsgitaar. en wat te denken van een dwarsdoedelzak, waarbij alle fluithes dwars hangen. denk daar maar eens over na.

2008/08/04

welcome to the fun


beste sandy,

leuk telefoongesprek met jouw zoon gehad. ik herinner mij jou niet alleen van voorafgaand feest bij maritza in luxemburg, je goeduitziend snoetje (toetje voor de kenner) maar vooral je goedschikse lach, waar je zo gul mee omging. iedereen kon het horen, maar aangezien ik de enige vreemde in huis was, was het kennelijk voor mij bedoeld.

maar ook van daarna, het vijftigjarige feestje van maritza met al die jonge lefgozers, gasten voor wie het wil horen. daar stond jij dan mij opwachtend in de hoge concertzaal, onthaal van de meester, die notoir voor de muziek hoort te zorgen. aan jouw linkerzijde werd je bijgestaan door een muziekpsychologe, die de nodige tonen voorzegde, hoe ze moesten klinken in het rond. naast haar haar assistent psycho-echtgenoot, die in staccato weerklank gaf aan de haar ontrolde tonen. een soort rondo, een opus ei.

weer was ik onder de indruk van je lach, goed- of kwaadschiks, maar dat doet er niet toe. jij vond het fijn, dat ik daarvan zo onder de indruk raakte en omdat je ook wat moest laten horen aan de psychologe vroeg jij mij of wij altijd apart bij elkaar stonden, hiermee bedoelde je mijn knap lieve vrouw en mij. ik mompelde, wat dacht je na vijf-en-twintig jaar huwelijk en je knikte beleefd alsof je begreep waar het om ging.

toen ik je later gebukt voor de oven zag staan in de keuken, werd ik getroffen door een wijds woest panorama van rondellen met schuine strepen, een soort zebra-achtige of tijgerlijke woestenij, welhaast een oversteekplaats voor wilde dieren. ik heb altijd van circus en wilde beesten gehouden en ik zal de laatste zijn om te ontkennen, dat er een attractie van uitgaat, die moeilijk is te weerstaan volgens sigmund mein freund.

2008/08/03

onder ede


ik heb u nog niet verteld over mijn oude vriendin uit ede, een ongezellig neo-protestants dorpje juist boven de nederrijn, daar waar de gelderse vallei begint aan een armtierig gebied, waar alleen nog heide kan floreren. gaat u op deze heide picknicken, en heeft u toevallig of met opzet een kussen meegenomen om op te zitvlakken, dan zou u dat gebied met even groot gemak “de peluwe” kunnen noemen.

voordat ik verder ga moet ik mijn vriendin uitleggen, dat het woord oud slaat op onze relatie - niet dat deze zolang bestaat - maar eerder vanwege het feit, dat zij werd gesticht in 1965, toen ik nog als jong broekie enige biologische aandrang voelde om de wereld te benoemen aan de oudegracht 165, een nummer, dat ik niet snel zal vergeten. daar was het dan dat ik haar voor het eerst ontmoette en dat nummer zal ik…..

welnu, dat statige herenhuis aan de oude gracht, waar voornamelijk gegoede dames kwamen, begrijp me goed, meer om iets te kopen dan te verkopen, immers het was een winkelpand, waar geïmporteerde franse haute couture werd verkocht uit parijs - en dat ligt toch in frankrijk -. dat huis diende als uitvalbasis voor mijn studies en investigaties des levens. anderen zouden mij eerder student biologie noemen.

ik moet nog even vermelden, dat in desbetreffend pand, behalve franse mode ook chique parapluies werden verkocht, omdat het nu eenmaal zoveel regent in utrecht, weliswaar niet zoveel als in giethoorn, maar toch. misschien zit het protestantse bolwerk er toch voor iets tussen. zoals u weet zijn protestanten mensen, die overal de pest aan hebben, zij het niet aan de regen, dan toch aan de katholieken. en ze noemen hun kerk dom.

het herenhuis aan de oude gracht bestond uit een vijftal lagen, waarvan het onderste deel - ook kelder genaamd - uit kwam op de kade, die op zijn beurt weer bereikbaar was vanuit de oudegracht middels een donkergroen geverfde antieke gietijzeren leuning met een stenen trap met her en der toch nog een grassprietje, alhoewel dat onmogelijk leek. de kelderdeur was eveneens groen en opende krakend met een oude loper.

tegenover de kelderdeur op 165 was een buitengewoon gezellig terras gelegen, dat eigenlijk ten onrechte de naam bloem droeg, omdat hiervan weinig was terug te vinden in de zomer. wel stond er een oude plechtige boom van beuk aan de zijkant, die moeite had om niet in het water te vallen, zoals sommige studenten. van mijn deur uit keek ik door de brede ingang onder de oudegracht door naar de andere kant, die aan zijn einde kwam op een pleintje, dat de naam van st. jans kerkhof droeg.

de kelder was schoon gewelfd met bogen en beslagen met lange smalle repen van oude eik - zoals dat hoort in een herenhuis van standing - met hier en daar een knoest waarbij tijd en wijle een rattekop zich liet opmerken. een lange smalle trap leidde naar de begane grond en de geur van de franse haut culture. door de uitslaande deuren van het achterste gedeelte van het pand lag een cementen cour, ingebouwd door de hoge grijze muren van de buren.

één étage hoger, op het eerste verdiep, was het toilet en de keuken gelegen, naast een tweetal grote kamers, die als opslagruimten dienden voor het verscheiden franse goed en de parapluies, niet van cherbourg, maar van tilburgse makelei. overdag, tijdens de openingsuren, was er voortdurend een op- en afgaand verkeer tussen de begane grond en het eerste verdiep door een zestal bevallige dames, die alsmaar toeterden en knipperden met hun achterlicht als het zo moest uitkomen.

de volgende étage - het tweede verdiep - daar was het, dat deze gebiologeerde student gehuisvest was, een kot, dat er mocht zijn en dat als uitvalsbasis diende voor de escapades, die louter studenten toebehoren. het een en ander was mogelijk omdat de eigenaar van het pand de broer van mijn moeder was. de voorkamer met een drietal uitslaande en hooggekozijnde ramen, die uitzicht gaven op de oude gracht, lag en suite met een iets kleinere donkere achterkamer.

centraal in de achterkamer stond een ouderwets ladykant van eikenhouten plank en een drietal oude matrassen van kapok, die altijd dwars lagen, wat ik bepaald niet kon zeggen van de habituele bewoners ervan. hier was het dan, dat ik voor de eerste mijn lady met kant van 16 ontving en onze oude vriendschap werd geboren, oud omdat ik spreek van 37 jaar later. soms maakte ik in die tijd gebruik van de oude franse stock, zodat ik ook wel eens paraplu was.

wij waren elkaar uit het oog verloren, toen ik op 27 mei 2000 een familiereünie in het oerbrabantse eindhoven van mijn volle maar magere neef johannes den doper vernam, dat onze vriendin mij nog niet uit haar hartje had verloren, immers al eerder in novenber 1997 had jan-baptist mijn adres na een nadrukkelijk aanzoek van haar aan haar doorgespeeld en heeft zij zelfs met hem brussel gerestaureerd (gedineerd in een restaurant, met de gedachte om op de terugweg hetzelfde te doen met ondergetekende. helaas kwam zij niet verder dan langs af. monopolie?

in ieder geval, sedert die reünie staan wij regelmatig in contact met elk een ander en het meest via een intense briefwisseling, die zijns gelijke niet kent met meer facetten als die van een goedgeslepen 24-karaats diamant - de gouden eeuw was al eerder benoemd -. het kon niet uitblijven en de reünie der verwante families vond plaats op een zonnige zomerse zaterdag in mei van 2001, de 25e, het getal van de zilveren bruiloft en dát in mijn geboortedorp vught, ter ere van ene jeroen bosch, die heeft meegenoten.

het was dus die oude vriendin ladykant, die persésevereerde - zou het iets met haar beroep van logopediste te maken kunnen hebben? - om te reunieren, iets wat zij bijzonder graag leek te doen, vooral als zij in een deftig toilet gestoken was (maar dit even terzijde) en dus na een wat langere aandrang harerzijds stemde ik maar al te graag toe in een ontmoeting, die achteraf bij haar thuis plaats vond, achteraf, omdat de plaats van tevoren nog niet met zekerheid vastlag.

niet dat het verloren dorp van jaap van ede niet vastlag in de veluwe, immers protestanten weten van geen wijken en één van die wijken heette maandering, een romantische naam voor de wijk, waar zij resident van was - niet iedereen kan president zijn - en nadrukkelijk woonde in haar paleisje in de fernhoutstraat op een nummer, dat negen bleek te zijn als je het wild woekerende onkruid aan de voorgevel voorzichtig opzij schoof.

op woensdag den zesde augustus van het jaar des heeren was het dan zover en zó ver was het nu ook weer niet - slechts 175 km - en voor een auto als de mijne is dat geen afstand. de zon was die dag al vroeg opgestaan en ik was met die stemming naar mijn bestemming vertrokken ook al vroeg omdat in die dagen een ongekende hittegolf heerste en u mag van mij aannemen, dat die speciale dag de heetste dag van het jaar werd voor mij althans en achteraf ook van de hittegolf.

het was dus een zonovergoten dag en aangezien ik al vroeg was vertrokken, kwam ik later aan aan haar residentie, maar toch vroeger, dan zij had gedacht. ik drukte van verlangen om haar te zien op haar belletje en zie, tergend traag werd het voorhang opzij geschoven - u weet ongetwijfeld, dat mensen uit het hoge noorden op hun privé gesteld zijn en dat de warmte geweerd moet worden zeker in tijden van golvende hitte – de deur draaide dus dralend open alsof het een soort striptease betrof.

de verrassing was dan ook groot - alhoewel zij zeker niet struis genoemd kon worden - toen zij zich onder presenteerde in een goedje, dat mij deed denken aan die oude franse stocking, waar ik het al eerder over heb gehad. het zag er geinig uit en zo kwam het ook bij mij over. toch had ik liever een string gezien gezien de extreme hitte van dat moment of die dag naar keuze. enthousiast werd ik door haar gegroet en beknuffeld. zelf was ik in korte broek en u weet waarom. een hanger (om mijn jas op te hangen) had ik niet nodig.

heerlijk was die herkennissing en omdat ik vreesde, dat mijn korte broek lang zou worden, maakte ik een abrupt einde aan de warme omhelzing omdat ik vond, dat ik eerst recht op koffie had en de dag nog lang genoeg. een bijdehand excuus vindt u niet? overigens heb ik de koffie zelf moeten zetten, niettegenstaande dat zij een boontje voor mij had maar niet tegen mij aan stond, immers onder tussen was zij naar boven getrokken om zich verder aan te kleden en te mijmeren hoe alles in te kleden.

na gezellig te hebben getaart met koffie in de serre - dat laatste hoort zeker van de partij te zijn als u resideert - een serre met alles erop en eraan, u kent dat wel très chic met blazers aan het plafond en een 2e kunstige sterrenhemel, een handgemaakte bloembak met echte planten zowaar - god sta me bij als ik hiervan ook maar iets heb gelogen - maar vooral de innemende gulle glimlach van de welwillende vrouw des huizes, ook hospita genaamd (zelf werk ik in een hospitaal, dus ik kan het weten).

ik had beloofd om het diner voor mij en haar klaar te maken en ik mag wel zeggen, dat dit uitstekend gelukt is zeker wat het diner betreft, maar dit bleek eerst later pas. middelerwijl was ter elfder ure een van haar dochters - janneke - naar beneden gekomen, die zich weliswaar beleefd aan mij voorstelde, maar mij met enige argwaan bekeek, temeer, daar zij net geslaagd was voor haar propedeuse psychologie. veel honger had zij niet, zij zat met willempie in haar maag, die recent hun verkering had uitgemaakt.

haar andere dochter marjon - als ik het goed met haar voor heb - heeft zich niet aan mij voorgesteld, maar dat kon ook niet, gezien het feit dat zij voor de eerste keer helemaal alleen op vakantie was. u moet weten, dat zij pas 24 jaar oud is. gelukkig bleek alles goed mee te vallen na telefonisch overleg met haar moeder. janneke was een deerne van 21 jaar en leed zichtbaar onder de verbroken verbinding en dan bedoel ik niet de telefoon.

enfin, nadat alle voorbereidingen voor een koude pasta waren genomen, zijn we meer op haar instigatie gaan fietsen over de overweg, die onder het viaduct liep van de snelweg. u weet misschien dat het terrein geaccidenteerd is met horsten en slenken en omdat ik gezien mijn leeftijd enigszins aan de zgn oost-indische doofheid leed - presbyacusis meen ik - liet zij mij en passant het ederhorst zien, een centrum voor doven en kennelijk ook bejaarden. zij voelde zich daar onmiddellijk thuis.

maar haar plan zou niet volledig tot zijn recht gekomen zijn, als wij niet een schone wandeling hadden kunnen maken in het heiden-achtige gebied, waar soms rare vogels rondwaren met bedoelingen, die niet katholiek zijn. haar plan bestond er namelijk uit - zij het meer onderbewust dan expres - om mij steeds dieper en dieper het bos in te lokken, omdat ze wist, dat ik mijn broodkruimels vergeten had mee te nemen. in plaats daarvan bood zij mij haar hand aan om mij verder te verleiden in het bos.

veel vennen en dalen heb ik niet gezien, alhoewel er een dichtbij in de buurt moest liggen, maar wel paarden, die briesten en stonken. wij zaten op stronken van oude bomen, die niet opgeruimd waren. de lucht was verstikkend evenals de verzengende hitte en een bijna droog staand waterarmpje, zo zeker geheten omdat het arm aan water was, bracht geen soelaas, wel de plastieke waterfles, die zij na zorgvuldige planning had meegenomen (de zogeheten aquaplanning).

gelukkig komt aan alles een einde - anders zou het maar saai worden - zo ook aan het gepland fiets-wandel tochtje, waar wij ons toch meerdere uren mee hebben zoet gehouden ten koste van het zoute zweet des aanschijns. niets was meer bevredigend dan onze thuiskomst lekker cool. na ons enige tijd te hebben teruggetrokken - ik op het logeerbed van marjanneke en ná een verfrissend douchke - was het grote moment aangebroken.

het ultieme genoegen van onze ontmoeting was zeker gelegen in de maaltijden, de lunch en het diner, waarbij allereerst onze kokschool geroemd mag worden, de vreugde van het zo heerlijk klaarmaken en het genieten van de spijzen daarna, naast de roemers gevuld met exquise witte en later rode wijnen, die de geest langzaam los plegen te maken van het aardse bestaan. de onderlinge verstandhouding en de sfeer, het aanschuiven der stoelen aan een goed gedekte tafel, de esoterisch geworpen blikken.

het van elkaar genieten door saamhorigheid - de aanwezigheid en belangstelling voor elkaar - zich uitend in geanimeerde gesprekken, zonodig onderbroken door intense stilte van het smaken, de steeds in beweging zijnde vurige tongen met spijs en stem, de vrije gedachten, die hun gang konden gaan zonder te moeten worden uitgesproken, de frivoolheid der verwante geesten, die als het ware rond waren rond de waren, de kunst van het genieten der uren en het puren van de geest.

later onder de koffie, zat ik tevreden te knikkebollen, omdat jij en de muziek zo mooi waren en mij steeds weer in slaap wiegden. de balk der noten sorteerde zijn effect en met een zwaar hoofd van slaap en wijn vleide ik mij onder het baldakijn. toch voelde ik je ogen blikken met mededogen. je zou me graag toestoppen ware het niet dat dat te warm zou zijn. urenlang heb je daarvan nog wakker gelegen en je vroeg je af of je toch niet even zou…controleren of alles wel goed met me was.

nadat ik de volgende ochtend moest constateren, dat ik je gemist had, wachtte er een heerlijk ontbijt op ons, dat jij had klaargemaakt om mij te laten zien wat mij te wachten stond als ik bleef. van de koffie genoot ik in kleine teugen om niet te snel wakker te moeten worden. intussen begon het op te warmen en leek het verstandiger om niet te lang met de terugreis te wachten, niet alleen vanwege de hitte, maar ook omdat je iets wat mooi is geweest niet te lang moet rekken.

één ding is zeker, ik zou geen goede kok zijn als ik niet beschikte over een boek met recepten. ik hoop, dat ik je de volgende keer opnieuw kan verrassen met iets origineels. een recept kan ik altijd nog wel een keer voorschrijven, maar zoals je weet, hoort daar een visite aan vooraf te gaan en daar houdt ik me aan. je kunt ervan op aan, dat ik iets zal bekokstoven. ik beloof dit plechtig onder ede.

2008/08/02

de etrusk


ik was nog bezig met verhaal halen deel twee, toen ik je emailke kreeg: daar word ik stil van. ik begrijp dat je voor het spionnetje van je computer zit in afwachting van een ijlbode. dus jij van en ik aan de slag met analies, een jonge vrouw van een jaar of zo, die het bijzonder moeilijk heeft gehad, vooral omdat ze van huis uit geen basic trust heeft gekend. verwarring en angst ontstaan bij gevoelens, waarvan je het bestaan nog nooit hebt vermoed. jij was vinca amabilis purpura, onbekend met zulke gevoelens. je kende je eigen lichaam nog niet, nog minder het geheime laatje in je boudoir, dat je met een verborgen knopje moest openen. ik heb de sleutel ervan gevonden en je was verrast, dat dat laatje leeg was. dat was juist het geheim ervan. je kende de regels van het spel ampel, laat staan je eigen regels, waarvan je het bestaan ontkende en zelfs voor enige tijd vergat. aangezien ik onderdeel uitmaakte van je conflict, was het niet mogelijk om mij er in te betrekken, uit angst mij te verliezen. bovendien wat had ik je destijds meer kunnen bieden? daarbij kwam nog, dat het je van huis uit ten strengste verboden was om je onafhankelijk op te stellen. geen wonder, dat je een tijdje overhoop hebt gelegen.

nu weet je, dat je vrienden altijdelijk kunt herbergen in een gastenverblijf, waarvan de erker uitkijkt op de nog te begane wandelwegen, waarvan de routebeschrijving opgeborgen ligt in dat geheime laatje, dat aanvankelijk leeg was. ik ben blij dat je nu ouder bent en ik je heb leren denken volgens de principes van les mystères de franc-maçonnerie. tenslotte ligt daar mijn origine à tours en france en wie weet ben ik wel lid van de loge, of zit ik gewoon in het logement van de herberg? wie zal het zeggen, dat is mijn geheim. mijn naam bedal betekent koster en er bestaat een zekere stamverwantschap met bedel, bidden en bédelen. is het tenslotte niet de koster, die de bedelzak aan de staf doet rondgaan in de kerk? ik ben niet zomaar een koster: je pense, donc je suis et je suis suisse (eigenlijk frans voor zwitser), de koster in vol ornaat met zijn steek en lantaarnstaf. ik tour rond op de pedalen en pedal of pedel is de man, die hard omroept: hora est, terwijl hij met zijn staf stevig op de grond slaat om het geroezemoes te doen verstommen in de aula. in het oudgermaans betekent biudan naast bidden, de heraut, die proclameert van de perkamenten rol, voorafgegaan door tromgeroffel of hoorngeblaas analoog aan de staf van de pedel.

veréénzelvigde jij mij niet met die etruskische en jeugdige jongeling, gekleed in een lang gewaad van azurenblauwen mantel en geschoeid in romeinse sandalen, die niet alleen als een fresco tegen de muur was geschilderd in de tomba del triclinio in tarquinii in de vijfde eeuw vóór christus, maar óók hing aan de muur - als teken aan de wand - naast het ebbenhoutkleurige rek in mijn studentenkot in het jaar 1966? de schone jongeling in het zonnige latium geboren, maar waarschijnlijk van griekse origine, gezien zijn rechte neus, vooruitsnellend op de muur maar ook achterom kijkend, met zijn hand wijzend naar het nog te begane pad. of zwaaide hij met een teder gebaar van zijn linker hand naar zijn geliefde, die hem nog te wachten stond? was jij dat niet? is die vingerwijzing niet de verbintenis van verleden en toekomst, de routebeschrijving van het heden? een interessante gedachte, nietwaar? maar het zou kunnen zijn, dat ik mij vergis met die andere adonis :), mijn identieke tweelingsbroer , alhoewel hij duidelijk meer weg heeft van ene narcissus, gezien het feit, dat hij altijd heeft geweigerd zijn sterke bril op te zetten, opdat hij van zijn spiegelbeeld gevrijwaard zou blijven.

2008/08/01

de oude gracht


daar ging de bel. mijn hart sprong op en bonkte de vele treden af naar beneden richting kelder. ik opende de deur, die op de kade uitkwam. ik zag je voor het eerst, mijn hart spatte uiteen en nam mijn gedaante weer aan. de geur van de oude gracht achter je duwde je twijfelend naar binnen en bracht een enkel blad mee, dat van een oude boom langzaam was neergedwarreld. de platanen langs de border wiegden statig en omarmden de oude dom, die midden in de stad stond. de keldervloer kraakte, nieuwsgierige rattenkoppen in kleine openingen schoten schielings terug. langzaam liep ik vooruit, de weg wijzend, die als vanzelfsprekend de trappen omhoog liep. je lange bruine laarzen paradeerden in licht staccato als een kortstondig vuurwerk, dat van oudsher wordt afgeschoten bij feestelijke gelegenheden. je glimglanzend haar met donkre ondertoon viel als een voile over tengere schouders, die het meisjesstadium nog maar amper waren ontgroeid. de oude klink aan de deur van het derde verdiep, die toegang gaf tot mijn luxueus edoch sober ingerichte kamers van oude deftige makelei, gaf gestaag mee onder de kracht van mijn handomdraai. verrast keek je mijn kamer in. je blik werd onderbroken door een rek van hout, weliswaar van vuren, maar ebbenkleurig gebeitst, een kleur, waarop stof oud kon worden en werd bekrachtigd door rijen van oude fossiele gesteenten. tevens werd het invallend licht van de ramen aan de straat op elegante wijze door dit rek gebroken en gaf een sfeer van oude vertrouwdheid. ik ging voor en nam je lange glimmende jas aan, die nog nat was van de regen.

het deed mij denken aan de jonge venus, die uit haar schelp stapte, alleen nog niet naakt. je haren waren minder goudgolvend en je ogen ook niet hemelsblauw, maar donkerbruin met innige glans, die mij verwezen naar de kleur van het rek. de kamer was er een van een deftig herenhuis en dus groot, zoals het hoort. deze was in principe afgescheiden van een tweede ruimte, die als slaapkamer moest fungeren, gezien het houten hemelbed, dat een centrale plaats innam. de driedelige matrassen van oude kapok hoorden erbij en gaven een stevige ondergrond aan de houten inlee van eiken planken. het bed was niet uitsluitend een hemelbed, maar ook hemels dankzij de breedte van twee meter veertig en het dons, dat erop lag. het bed werd geflankeerd door een antiek aandoende wastafel met twee kranen, waarvan zij alleen de koude kraan voedde. een oude lampetkan in en kom stond op een nachtkastje met marmeren dekblad zoals het betaamt in oude herenhuizen. het geheel werd afgewerkt door een houten lambrisering, donkerbruin van kleur. de schuifdeuren tussen het een en ander stonden altijd open, zodat de huiselijke sfeer geaccentueerd werd. wij gingen zitten op iepen stoelen, die nog door mijn vader gemaakt waren en voorzien van verschoten kussens. ik keek langdurig naar je en het viel me op hoe jong en fris je nog was. ik minder, want ik was enkele dagen eerder door een venijnig griepje geveld. dit werd enigszins goedgemaakt door jouw stralende aanwezigheid. ik denk dat ik thee heb gezet, zeker weet ik dit niet meer, maar het lijkt logisch, want je was nog nat. ja engelse thee doet goed. het hoort bij herenhuizen, ook al staan zij in holland.