2008/08/05

de dwarsfluit


een abstracte overpeinzing over een zeker instrument, van naam dwarsfluit geheten, dat men niet zomaar ter hand neemt en plein public, tenzij onder orkestrale begeleiding. één fluit in de hand maakt nog geen orkest.

wars van dat alles staat het woord dwars, dit wil zeggen loodrecht erop of haaks, tegendraads zelfs. ook niet: op de meest gebruikelijke wijze dwz waarmee men een dwarsfluit bespeelt. in dit verband is het niet duidelijk wat er nu met blazen bedoelt wordt.

moet de fluit dwars liggen in de hand of moet men dwars blazen met de mond op de fluit? mag de fluit wel dwars in de mond liggen of moet men eerst dwars liggen om op de fluit te mogen blazen? geeft de maestro het tempo aan waarop er geblazen mag worden?

wat te zeggen van een piccolo, een fluitje, dat zo weinig dwars ligt, dat dát niet de moeite waard lijkt te zijn om van een dwarspiccolo-tje te spreken? hier wordt kennelijk aan dis-criminatie gedaan. de grootte van de fluit lijkt een rol te spelen, niet de muziek, die hij voortbrengt.

en dan het woord fluit zelve. is hier sprake van een klanknabootsing, een soort onomatopee voor geluid? om het woord fluit te kunnen vormen moet men al een tuitje vormen met de mond, alsof men blaast! dit kan toch geen toeval meer zijn.

zo zie je maar weer, niets is gewoon zomaar. gek eigenlijk, dat er wel een contrabas bestaat maar geen dwarsgitaar. en wat te denken van een dwarsdoedelzak, waarbij alle fluithes dwars hangen. denk daar maar eens over na.