2009/03/03

in mijn gedachte


het is goed, dat ik persoonlijk bij je kan zijn, wanneer ik ook maar wil, in gedachten, die van mij zijn en derhalve niet gedacht kunnen worden door de ander. de gedachtegang, die ertoe leidt, dat het object daarvan onmiddelbaar met mij is verbonden, zonder dat dit er weet van heeft. het is als het ware een logisch en obligaat aanwezig zijn, een aandenken aan en er is geen denken aan dat dat geweten kan zijn door de ander omdat het persoonlijk is.

anders is het wanneer deze gedachte wordt medegedeeld op welke wijze dan ook. afhankelijk van de intentionaliteit van de gedachten wordt het object getransformeerd tot meewerkend of lijdend voorwerp of zelfs een zich onderwerpend voorwerp. beter had ik niets gezegd van wat ik dacht, omdat het zo persoonlijk is. de gedachte erachter is toch (van) het object te houden.