2007/07/07

st. laurentius ziekenhuis roermond


hier heb ik mijn co-schappen kindergeneeskunde en later chirurgie en gynaecologie-verloskunde gelopen. de stoptrein uit nijmegen deed er uren over en deed elk gehucht aan, waar het spoor doorliep. ruim 2½ uur deed de trein er over. zoals dat hoort in een achtergebleven gebied. bij het oude station links af onder de tunnel door en aan je rechter hand aan de oranjelaan lag het oude ziekenhuis. de kamers, waar wij logeerden waren groot en van alle luxe voorzien.

recht tegen over het station de hamstraat in, de godsweerdersingel over het gezellige centrum in. de munsterkerk lag midden in het centrum, de kathedraal meer noord-oost bij de markt en de roerkade. monseigneur gijsen heb ik nooit gezien. de roer slingerde van melick langs de noordkant van roermond en eindigde in de maas. als je van het ziekenhuis de oranjelaan volgde en de bredeweg overstak kwam je in de wijk de donderberg. sloeg je bij de bredeweg rechts af, dan dook je weer onder het spoor door en kwam je via de karel doormanstraat uit op het plein, rechtdoor naar de heinsbergerweg en linksaf vlak voor de keulse baan naar de wijk de kemp, waar het plebs woonde. ook ik heb bijna twee jaar in de st. plechelmusstraat gewoond.

kindergeneeskunde, mijn eerste prettige kennismaking met het st. laurentius ziekenhuis. er waren twee kinderartsen, dr. schulhof, die weer geneeskunde ging studeren, nadat hij gepensioneerd was. over bijscholing gesproken en dr. van der kolk, een statige deftige man, die bijna langs monseigneur gijsen woonde en er een beetje weg van had.

chirurgie, orthopedie en urologie: een trio chirurgen, dr. rutten, de hoofdchirurg, dr. perenboom, een ruwe bolster, die jarenlang in de tropen had gezeten en allerlei sterke verhalen kon opdissen en dr. sikking, een man met een lang smal gezicht, een sik en vooral een sikkeneurig karakter, die opbloeide als hij anaal werk te doen had in de ok en dan als dank het ave maria begon te zingen. ongepast, in welke fase zou die man zijn blijven steken? de assistent chirurgie karel stevens, die vree met de mooie apothekersassistente marina, en later in beverwijk werkte bij het brandwondencentrum van het rode kruis ziekenhuis. de orthopedist schuermans uit belgië. en de uroloog, waarvan de naam mij ontschoten is (incontinentie noemen ze dat).

gynaecologie en verloskunde: dr. de leeuw, de baas van het spul, oudleerling van mijn vader en ook musicus. hij speelde de tuba, wat anders zou een gynaecoloog moeten bespelen? hij was zeer gecharmeerd van mijn vader en van hem mocht ik dan ook dingen, die voor andere co-assistenten niet waren weggelegd, zoals particuliere patiënten zien, misschien ook wel omdat ik al ouder was (35 jaar). dr. aben, een beetje doof, maar aardig. dr. deprez, de rosse, die in posterholt woonde en de assistent gerard essed, een serieuze surinamer met een knappe kop, die later dan ook prof werd in maastricht. ik heb zelfstandig een 30-tal zwangeren verlost van hun tumor en dat beviel wel en de baas kennelijk ook. ik herinner mij nog enkele bijzonderheden, zoals een turkse vrouw met het syndroom van stoot (middellandse zee, diabetes en uterus bicornis), die onweerstaanbare persweeën kreeg en zittend boven de pot ineens alles er uit perste inclusief bijna twee liter bloed. en een française, die met haar chinese echtgenoot even langs kwam om te controleren of alles nog in orde was en bij een beetje persen oeps een volledig gaaf kind in bed deponeerde (baarmoederhalsinsufficiëntie). en de vrouw met nystagmus, die halverwege de bevalling gewoon stopte met persen, omdat ze niet meer wilde en hysterisch werd, zodat het kind met de tang gehaald moest worden. en de al oudere hoofdzuster, die zo doof was als een kwartel en altijd een bloeddruk mat van 120/80 mm hg, zodat zij nooit een acute toxicose kon onderkennen en weigerde om valium te geven, omdat de opdracht niet van de baas kwam. ook moesten wij een werkstuk maken en ik moet toegeven, dat ik een beetje? had gefoefeld uit tijdsgebrek. er was net een nieuw boek uitgekomen, waarvan ik dankbaar gebruik had gemaakt. maar die slimme dr essed had het natuurlijk door, hij had dat boek ook net gekocht. gelukkig maakte mijn tien stellingen veel goed, daar hebben ze hartelijk om moeten lachen. één stelling is mij bijgebleven: alhoewel de incidentie van endometriose hoger is bij het blanke dan bij het negroïde ras, blijven wij toch spreken van chocolade cysten.

dr. van esser, directeur en internist, consulent aan huize st. anna. dr. wils met een wrat op zijn voorhoofd, deels oncoloog, die alle levermetastasen lokaal irrigeerde met een mopje of zo. de cardiologen dr. waele, die graag een helikopter wilde, omdat hij op een eiland woonde en toch levensreddend werk deed, dr. rook en dr. mattart uit belgië, internist-longarts-cardioloog en isotopoloog, u weet belgen kunnen altijd iets meer ;) de neurlogen dr. soons en dr. veraart. dr. matse de anaeshesioloog uit engeland, die altijd overhoop lag met haar collega dr. horrelvoet, die mankte en wat mankeerde volgens haar.

s’morgens vroeg om half acht ontbijt in de refter, rond half elf werd er koffie gedronken in de koffiekamer, waar alle doctors, assistenten en co-assistenten bijeen kwamen. het eten in het ziekenhuis was niet alleen gratis (voor ons) maar ook erg goed. na ons werk deden wij aan sport, elke dag minstens twee uur. er werd heel wat gezwommen, gevolleybald en ge(tafel)tennist. gerard essed was een fervent pingponger (ik was meer tafeltenisser). aansluitend ging iedereen ongeacht status of geslacht, verplegers en verpleegsters, al dan niet in opleiding, co- en assistenten naar de bar, waar ons sociale leven zich afspeelde. het bier koste een fluitje van een cent, er werd gedanst en heel wat afgelachen. kortom een geweldige tijd.

daar leerde ik emmein kennen, die op de kinderafdeling werkte en er eerder uitzag als een model van chanel in flanel dan als een verpleegster. zij rook er ook naar en rookte sigaartjes voor de show, geen bolknak’s weliswaar en zij droeg dan ook geen bolhoed als reclame, alhoewel ik zeker weet dat dat haar niet miss-staan zou hebben. zij kwam uit maastricht en dat is heel wat. zij was geliefd en ik verliefd. samen trokken we naar de plechelmusstraat, waar wij een klein bovenhuisje bewoonden, dat leek op het pannekoekenhuisje van hans en grietje, maar meer omdat wij het zo hadden ingericht. overal liepen verwarmingsbuizen, waaraan wij heel ons hebben en houden aan ophingen met daarboven meerdere sierplanken, die als opslagplaats dienden voor de grutterswaren van de oostindische compagnie, zoals de verscheidene theesoorten en specerijen. op het bovenverdiep was een kamer, die dienst deed als opslagplaats voor haar schoenen, die ik uit plaatsgebrek allemaal aan de muren had gespijkerd, ik denk wel 140 stuks. goedloops heet dat, geloof ik.