2008/05/06

de middenstander


nu ik toch uit de biecht aan het klappen ben, herinner ik mij een voorval eveneens uit de jaren tachtig, dat enige verwantschap vertoonde met de consultatie van de twee vrouwen. op mijn spreekuur zag ik een gegoede man van middenveertig, een middenstander in hifi-apparatuur en aanverwante artikelen zoals video’s en cd’s. ik kende de zaak niet, te meer daar deze zo’n twintig km verderop lag. hij kwam op aanraden van zijn vrouw, die ik twee weken eerder had gezien op mijn spreekuur.

hij liet mij een foto van haar zien op mijn vraag, hoe zij er ook al weer uitzag. ik herkende haar onmiddellijk. een grote struise vrouw blakend van gezondheid, met een tweetal harde schijven, waar de computerspecialist jaloers op zou zijn geweest, gezien de capaciteit van de opslag, die toen al in de megabytes moet hebben gelegen. het was een opgewekte goedlachse vrouw, die er goed uitzag voor haar leeftijd. na onderzoek vertelde ik haar, dat zij kerngezond was. tevreden zegde ze mij haar man, die nogal nerveus was, ook eens te sturen.

en inderdaad, het tegengestelde van de rust zelve. duidelijk ook minder kopkwaliteit dan zijn eega. hij liet zich ontvallen, dat hij en zijn vrouw af en toe naar de paardenclub gingen. ik zei: “wat lekker sportief”. hij begreep niet goed, wat ik daarmee bedoelde en later bleek, dat hij de parenclub bedoelde. ik ben ietwat hardhorend, vooral als mensen mompelen of spreken met afgewend hoofd. ik zei dus: “wat lekker sportief”, hij meende dat ik bereid zou zijn om een keer mee te gaan.

ik was nog druk doende de anamnese op papier te zetten en mompelde tussen neus en lippen door, dat hij zich mocht uitkleden in de kleedcabine in de hoek, een soort van moderne kleed kolom (het oog wil ook wat). ik huurde een spreekkamer met toebehoren van ene collega dokter. hij was de geruchtmakende eigenaar van een groot medisch centrum, waarin hij zes andere doctors uitbaatte. het centrum werd eigenlijk door dezen en de ongelukkige patiënten afbetaald. afschrijven heet dat.

bovendien was hij samen met zijn vrouw ann, esthesiste van beroep, eigenaar van een groot naaiatelier, dat de toepasselijke naam rambo had meegekregen. het gebouw had oa een eigen radiologie- en fysiotherapie afdeling. dit om enig idee te geven over de omvang van de zaak, waarmee de ziekenkas te maken had. de zes specialisten, die aan het centrum verbonden waren, waren eigenlijk min of meer in dienst van rambo, ook al beweerde hij het tegendeel. ik denk dat het woord dichotomie door hem opnieuw werd uitgevonden.

maar dit terzijde. het was een vierkantig gebouw met vier verdiepingen. het gebouw lag een beetje retro van de weg in perspectief. de ingang werd gemarkeerd door een vrij grote deur van brons, die pompeus aandeed. de ramen waren van donkerpaars getint glas, hetgeen merkwaardig aandeed en eerder paste bij een funerarium. de voorkant werd later op kosten van de gemeenschap verfraaid met een fontein, waarvan boze tongen beweerden, dat deze corticosteroïden spoot.

waar rambo de aanleg als beheerder vandaan had laat zich raden. hij is een geëerd lid van de rotaryclub, en schijnt om goede doelen te geven. als vanzelfsprekend is hij lid van de orde van de blauwe knoop en rookt af en toe een senator, als het bandje dat toelaat. zowel het riziv als de bbi volgden zijn bloeiende praktijken met grote belangstelling en als hij zich geen bepaalde immuniteit had verworven, zou hij al voor zijn vijfenvijftigste een gratis reisje leuven central gekregen hebben.

maar belgië zou belgië niet zijn, als dit soort zaken niet zouden kunnen. bovendien ben ik de hollandse dokter in belgie en moet ik mij niet moeien met politiek. dus ik drukdoende het verhaal van mijn patiënt op papier te zetten en omdat ik even in gedachten was, was de patiënt al klaar met zich uit te kleden. ik keek op over de rand van mijn dubbelgefocuste en modieuze italiaanse bril - een specialist moet toch ook indruk maken - en zie pardoes de patiënt vrolijk in zijn blote piemel voor mijn neus staan.

de tijd van experimenteren ben ik, gezien mijn leeftijd, allang ontgroeid en aangezien ik niet wist, wat zijn vrouw over mij had verteld, zei ik zo langs mijn neus weg: “dat ziet er lekker sportief uit, stop’em maar weer terug in het hok”. ik informeerde voorzichtig of hij begrepen had wat een cardioloog nou precies voor werk deed. hij nam het sportief op en stopte zijn gerei terug in zijn broek, die nog in de kleedcabine hing. op een lichte geestelijke handicap na, leek hij mij verder gezond. toch vervelend als je een beetje hardhorend bent.