2008/05/05

de twee vrouwen


nu ik er aan begonnen ben de geheimen van het beroep te ontrafelen, de onderliggende bedoelingen, de psychismen en de afweermechanismen, ga ik terug in tijd naar jaren tachtig de tijd, dat ik opnieuw protestant ben geworden door toedoen van de firma rambo, die toen goed in de markt lag en een ieder naaide waarmee zij in aanraking kwam onder het motto van “wij zijn zo goed voor u, wij laten u stikken”.

in de wachtzaal van mijn consultatie zat een vrouw of twee, of dat, wat ervoor door moest gaan, een beetje ordinair zeker. je kent ze wel, gekleed in bontjassen met haren, die hun beste tijd gehad hebben evenals die van henzelf met vette blonde krullen, waaraan alleen de rollers nog ontbraken. clichématig kort gerokt met lange nylons oplopend tot het kruis, dat je met een beetje geluk kon vinden, als je in de juiste positie verkeerde.

de reden van het consult mag ik zijn vergeten, ik meen dat het zoiets als steken op de borst was. beide vrouwen hadden zo uit het naaiatelier van rambo kunnen stappen en als ze er al niet werkten, dan waren ze zeker in dienst genomen tegen een minne vergoeding, mochten zij zich gemeld hebben bij de firma rambo, die altijd al een klare kijk op goed zaken doen heeft gehad. ikzelf noem het het naaien van trutten.

de eerste vrouw van een jaar of vijfentwintig, slonzig en blond, probeerde mij haar probleem uit te leggen met een heus hese stem, waarbij zij steeds naar de iets oudere vrouw - zo’n jaar of tien - keek. de diagnose was eigenlijk al gesteld, en om mijn goede naam niet te verliezen, vroeg ik haar om het bovenlichaam even bloot te maken in het kleedhokje in de hoek van de praktijkkamer, een soort moderne omkleedkolom.

eigenlijk begrijp ik nog niet goed, dat ik enigszins verrast werd, toen zij weer de kamer in stapte. zij had niet alleen haar bovenlijf ontbloot, maar zij droeg niets minder dan een doorzichtig vleeskleurig slipje daaronder, met een voor de liefhebber uitnodigende open sleuf. de vrij donkerbeboste schaamheuvel liet haar indruk na op mijn niet ongevoelige netvlies, waardoor ik bijna een loslating kreeg, een absolutio retinae.

ik ben heel wat gewoon, maar in al die jaren van praktijk doen, heb ik zelden anders gezien dan degelijke belgische onderbroeken. ik overdrijf niet het minst, als ik zeg, dat ik gemiddeld éénmaal per drie jaar verrast word door een leuk stelletje. ik bedoel daarmee niet alleen een ander schoon kleurtje en mystiek geurtje, maar vooral iets pikant van kant, meestal franse of italiaanse, maar niets van het bovenstaand label had haar ordinaire nylonachtige slipje.

ik vroeg mij derhalve af, wat de achterliggende intentie was, de reden waarom zij speciaal dit slipje voor de doktersconsultatie had aangetrokken en ik kon niet anders concluderen dan dat zij mij in het openbaar “op het plein in publiek” wou naaien, waar haar vriendin bijzat, met de bedoeling om haar op te geilen voor het spel er na. dat zij stiekem afgevaardigd zou kunnen zijn door de firma rambo, leek mij net iets te ver gaan.

even terzijde moet ik melden, dat ik daarvoor niet bevreesd hoefde te zijn, omdat rambo zelf met zijn lelijke italiaanse secretaresse hokte op de bovenste verdiep van zijn medisch centrum en niet in zijn naaiatelier, maar dat wist ik eerst later en nog niet ten tijde van deze consultatie, hetgeen dus met recht vaardigt, dat ik had kunnen denken, dat zij afgevaardigd hadden kunnen zijn. dit leek mij toch te ver gaan, zoals ik al zei, maar ik ben voorzichtig geworden.