2009/01/10

anti-filosofie of de filosofie van de rijkdom



de onzin van de vraag naar de zin van het leven.

het kan zijn, dat ik maar een boer ben, maar dan bedoel ik boer in het diets en bauer in het duits, iemand die contructief wil bouwen. wat mij opvalt – en dit geldt in het bizonder voor heidegger – is dat filosofen zo'n moeilijke taal bezigen (bezig zijn met taal).

ik heb het hele internet afgeschuimd en alles gecategoriseerd, wat er over heidegger is geplubliceerd. de meningen van andere filosofen over heidegger zijn verdeeld. de tractaten zijn voor de gewone burger nog nauwelijks te volgen en zeker geen tractatie. uit dien hoofde is het vrijwel onmogelijk, dat heidegger de waarheid zou vertellen. dit noem ik logica bij uitstek.

was het niet heidegger, die het 'zijn' het meest obscure woord noemde en dat hij wel eens licht zou brengen in de duisternis (verlichting?), maar juist door zijn eigen woorden een taal heeft geschapen, die bijna niemand nog kan begrijpen, behalve halve gare 'geestverwanten' ?

waarschijnlijk komt dat vanwege de onzin, die hij probeert te verkopen over de zin van zijn. filosofen gebruiken - zoals ik dat noem - speciale woorden, een eigen taaltje, een soort van geheime code. dit begint bij ontic, ontologie, metafysica, epistemologie en eindigt bij de zogenaamde logica met als logisch gevolg een 'wortsalat' (dit voor de gekken onder ons).

een stekende opmerking tussendoor is de volgende: stel dat heidegger inderdaad heel intelligent zou zijn en dat zijn werk alleen maar begrepen kan worden door zogenaamde intelligente mensen, wat hebben wij daar dan aan? en wat is dáár de zin van? ah, u wilt een formule? stel dat het vernuft van heidegger 1 : 100.000 vóórkomt en dat er 1.000.000.000 (1 miljard) intelligente mensen zijn met een meer dan gemiddeld iq, dan zou hij schrijven voor 10.000 mensen, die hem kunnen begrijpen op een wereldbevolking van 6.650.370.000 (6,7 miljard).

waarom zou het heidegger lukken om het probleem van de zin van zijn op te lossen, als alle eerdere (griekse) en latere grote filosofen hier niet in geslaagd zijn? en omdat ik slechts beschik over een boerenverstand is mijn stelling de volgende: hoe ingewikkelder het betoog, hoe verder het van de waarheid staat. verdeel en heers door het woordenspel van de taal.

voor mij is een groot filosoof, hij die (gere) alles in verstaanbare taal met simpele woorden kan vertellen, waar het eigenlijk om gaat. als voorbeeld neem ik mijn overleden vriend cees verhoeven, die op een relatief eenvoudige manier zaken kon analyseren en mededelen, zodanig dat zelfs een simpele geest zoals ik dat kan begrijpen.

de zin van zijn kan ik alleen maar verstaan vanuit mijn-zijn. als ik er niet ben is er niets, zelfs als dit niets 'iets' is. ergo is zijn voor mij zinvol zo lang ik leef. natuurlijk kan ik na mijn dood nog een zinvolle betekenis hebben, zolang anderen mij nog kunnen herinneren, maar dat wordt praktisch beperkt door de tijd, die die anderen nog leven. indien ik overgeleverd word aan meerdere generaties, spreken wij van over-levering.

ik ben dus vooral (impliciet) mijzelf in mijn wereld, maar niet alleen voor mij zelf (expliciet). dit geldt evenzeer voor mijn familie, vrienden, kennissen en mijn wereld. zij allen dragen bij aan mijn zelf-perceptie en zelf-verwezenlijking. natuurlijk is dat een egocentrische kijk op de zaak, maar van de andere kant is het moeilijk om mijn wereld te beleven vanuit de visie van 'zijn' wereld, zelfs als hij dezelfde premissen stelt.

dit houdt in, dat ik verweven ben in een soort van sociaal netwerk, dat deel uitmaakt van van mijn zijn in mijn wereld. in dit sociaal netwerk stel ik mijn prioriteiten en het moge duidelijk zijn dat mijn directe omgeving zoals mijn gezin en mijn familie op de eerste plaats komen, gevolgd door vrienden, kennissen en de buitenwereld, die niet geheel de mijne is. cultuur (en cultivatie?) speelt een duidelijke rol, omdat deze als het ware vanuit zichzelf het 'zijn' benadert.

dit neemt niet weg, dat ik anderen gelukkig kan maken met kleine giften, waarbij bepaalde zaken gedeeld worden. de ethiek hiervan laat ik buiten beschouwing.
ipso facto de zin van mijn leven gaat uit van mijn zijn en wordt aangevuld door mijn sociale contacten in deze wereld. de zin van het leven, mijn leven, ligt in de tijd, die mij is gegeven om te leven. wat meer zin kan er bestaan dan de zin van mijn tijdelijk leven? zijn wij niet allen een 'moeder teresa' ?

werk aan de zin van je eigen leven en laat dat niet afhangen van anderen, charlatans, die zichzelf filosofen noemen, en die u komen vertellen hoe de zin van uw leven eruit moet zien. zij zijn te gek voor gewone woorden!

ps: zelfs de antieke griekse filosofen werden gesubsidiëerd door de rijken, die hun bestaan in twijfel trokken uit verveling. de subsidie, die wij denken te krijgen door het lezen van filosofen wordt betaald door het aanzien, dat wij denken te verwerven.